Geachte aanwezigen,
Bij een afscheid van een burgemeester horen natuurlijk speeches. Bas wilde dit niet te uitgebreid, dus we hebben het beperkt tot één speech namens de raad en één namens het college. En ook Frans zal nog wat woorden tot onze burgemeester richten.
Ik mag mij dus als eerste, als vice-voorzitter van de raad, namens de Vlaardingse gemeenteraad richten tot onze vertrekkende burgemeester.
Waarde Burgemeester, beste Bas – dat mag denk ik voor deze laatste keer wel.
Iedereen kent het volgens mij: het klassiek geworden televisiespotje van een groot uitzendbureau waarin de emotionele afscheidsreceptie van een jonge medewerker te zien is. De leidinggevende speecht en bespreekt gepassioneerd hoe betrokken de medewerker was. Hij prijst zijn collegialiteit, creativiteit, tomeloze inzet en zijn humor. Om vervolgens verrast te worden door de eindspeech van de jongen: “Het waren twee fan-tas-tische dagen!”
Ik moest bij het voorbereiden van deze speech terugdenken aan die reclame. En wel om een aantal redenen – waarbij ik voor de duidelijkheid én voor het verslag wel expliciet wil zeggen dat ik onze ‘waarnemend burgemeester’ niet, ik herhaal niet, wil vergelijken met een uitzendkracht; laat staan dat ik de Commissaris van de Koning daarmee tot uitzendbureau wil reduceren. Laat dat duidelijk zijn.
Maar wat raakte mij dan zo? Een aantal dingen.
Om te beginnen was ik oprecht verbaasd toen ik zag hoe relatief kort je bij ons bent geweest. Het leek veel en veel langer. Soms is dat geen compliment, ‘het leek wel een eeuwigheid’ of ‘er leek geen eind aan te komen’, maar in dit geval zeker wel. Jij voelde als burgemeester meteen als een vanzelfsprekendheid. Jij was dat gewoon. Alsof het nooit anders geweest was. En dat, is een grote kwaliteit: zo bijzonder, dat je het niet eens meer ziet.
En dan je vele verrichtingen in de periode die je bij ons bent geweest. Je kwam terug in een turbulente tijd, waarin de Vlaardingse politiek even geen prettige plek was. Je hebt ons geholpen om onszelf te herpakken. Je hebt niet ‘orde op zaken gesteld’, zoals mensen dat soms met een portie daadkracht plegen te zeggen, maar je hebt ons geholpen om zelf de orde in onze zaken te herstellen. En ook hier, zo vanzelfsprekend, dat je het bijna niet meer ziet.
Hoe je dat deed is niet te zien in grootse daden. Het zat meer in allerlei kleine interventies. Oog en oor voor iedereen, zorg voor alle fracties en raadsleden, een klein gesprekje of berichtje. Orde in de vergadering, zonder de vuist op tafel. Soms het conflict opzoeken, maar altijd functioneel, en ook altijd netjes afgehecht. Ook hier, zo vanzelfsprekend dat je het bijna niet meer ziet.
Je was burgemeester in een voor alle Vlaardingers, en ook de Vlaardingse gemeenteraadsleden, lastige periode: Corona. Een crisis zonder precedent, die alle lagen van de samenleving raakte en nog raakt. Je hebt de gemeente er goed doorheen geloodst. Je leerde een nieuw vak, het leiden van digitale vergaderingen. En jouw natuurlijk gezag en statuur kwam ook via het beeldscherm als vanzelfsprekend naar onze digitale werkkamers. Je was zoals je bent. Ook digitaal.
Maar je deed meer. Je bracht rust in de stad, in een fase waarin het onzeker en soms apocalyptisch aanvoelde. Je sprak met een teddybeer onder je arm digitaal de Vlaardingse kinderen toe en legde uit waarom ze even niet naar school konden. En waarom papa en mama misschien een beetje nerveus waren. In de veiligheidsregio maakte je je hard voor onze burgers, ondernemers en organisaties. Daarin deed je wat je kon, ook al wilde je soms méér.
Bijzonder was ook dat dit niet jouw ‘eerste dagen’ in Vlaardingen waren. Ik vond dat extra knap. Soms is het makkelijker om ergens terug te komen. Je kent de mensen, je weet de weg, hebt gevoel voor context. Maar als burgemeester in Vlaardingen is dat niet vanzelfsprekend. Je draagt bagage mee. Maar bij jou was het vanaf het begin goed. ‘Als Vlaardingen roept, dan ga je’, zei je in gesprek met het AD. En zo heb je je hier vanaf dag één laten zien. Dat commitment hebben wij allemaal meteen gevoeld. Omdat het oprecht was. Omdat het je iets deed. Omdat Vlaardingen er voor jou toe doet.
En dan, beste burgemeester, komen we bij het laatste deel van mijn reclame-vergelijking. Net als bij de jongen uit de reclame vallen me bij jou twee woorden in: betrokken bescheidenheid – niet te verwarren met ‘een bescheiden betrokkenheid’…
We konden allemaal jouw afscheidsinterview lezen in de krant afgelopen weekend. Je maakt jezelf klein. ‘Ik was er wel, maar och, wat heb ik nou helemaal gedaan.’
‘Ja och, dat was zonder mij ook allemaal heus wel gebeurd’, zo lijk je te zeggen.
Ik denk dat dat niet zo is, maar het is zoals we je kennen. Niet op de voorgrond, maar vanuit de achterhand aanwezig. Niet op de macht, maar vanuit gezag. Je liet het succes aan de ander. Aan ons. Je bent voorzitter, maar in de spotlight sta je helemaal niet zo graag.
Daarom zetten we je nu even in het licht en bedanken we jou, voor alles wat je voor en met ons hebt gedaan.
Beste Bas, het waren 21 fantastische maanden. Daarvoor verdien je alle waardering, en die willen we jou hier graag geven, en ik stel voor dat we dat doen met een applaus - en dat hoeft dan nu niet meer met die gekke klappende Teams-handjes, maar dat kan gewoon zo:
applaus (…)
Maar Bas, we hebben niet alleen een applausje voor je meegenomen. We hebben ook een cadeau voor je, zodat jij ons nooit meer hoeft te vergeten.
Als wij denken aan Bas, dan zien we een onberispelijk geklede burgemeester. In prachtige pakken, goed gesneden hemden, op schoenen waar de fijnproever instemmend bij knikt.
Bij die esthetische kwaliteit wilden wij graag aansluiten. We hebben gezocht naar een manier waarop je ons letterlijk bij je kan dragen, op de nieuwe avonturen die je ongetwijfeld zal aangaan – want van dat pensioen geloven wij niet veel.
Ik zou je, als blijk van onze dank en waardering, graag deze originele Vlaardingse manchetknopen willen aanbieden. In de hoop dat je ze af en toe draagt en daarbij nog even terugdenkt aan ons. Aan de fantastische dagen die je met ons, in Vlaardingen, hebt beleefd. Dankjewel.