GroenLinks staat voor verandering. Wij staan voor een nieuwe manier van politiek bedrijven. Voor een politiek waarin niet de winst op korte termijn centraal staat, maar ons gemeenschappelijke belang op de lange termijn en duurzaamheid op alle terreinen. Wij staan voor eerlijk delen in plaats van hardvochtig bezuinigen. Wij staan voor verbinding, vertrouwen en hoop, in plaats van verdeeldheid.
- ons Verkiezingsprogramma 2022-2026 - Groen verbindt
- onze standpunten
- de kandidatenlijst
Vlaardingen - een sociale gemeente
GroenLinks wil dat iedereen in Vlaardingen een goed bestaan kan opbouwen. Iedereen moet kunnen meedoen, via een betaalde baan, vrijwilligerswerk of op school.
Als het mensen niet lukt om werk te vinden, dan helpt de gemeente. Als je je werk verliest, moet er een goed sociaal vangnet zijn. Vlaardingen laat mensen nooit in de steek. In de zorg staat aandacht voor de mens centraal. Aspecten die daarbij in de weg staan moeten aangepakt worden. Er is ruimte om te kijken naar wat mensen kunnen en wat zij zelf willen. Bovendien zorgen we ervoor dat iedereen kan wonen in een betaalbaar huis.
Vlaardingen - een groene gemeente
GroenLinks wil dat kinderen kunnen opgroeien in groene en gezonde wijken. Wij willen dat kinderen zorgeloos buiten in het groen kunnen spelen en schone lucht kunnen inademen. Daarom kiezen wij voor schoon vervoer zonder uitstoot, voor mooie groene parken met ruimte om te spelen en te sporten, en voor een energievoorziening die niet langer afhankelijk is van eindige fossiele bronnen. Als we kiezen voor schone, groene en gezonde oplossingen, geven we straks een gezonde stad door aan onze kinderen.
Vlaardingen - een open gemeente
GroenLinks heeft vertrouwen in mensen. Wij gaan ervan uit dat ieder mens zelf wat van zijn of haar leven wil maken en zelf wil bijdragen aan de eigen omgeving. Daarom geven wij ruimte aan betrokken burgers die hun omgeving groener, mooier of schoner willen maken. En daarom geven wij ruimte aan de wensen en mogelijkheden van mensen zelf, waarbij regels en structuren van organisaties niet op de eerste plaats moeten komen.