In een uitgebreide column spreekt raadslid Robin Bongers zich op Keti Koti namens GroenLinks Vlaardingen uit tegen racisme.

 
Vandaag is 1 juli, Keti Koti*, de dag waarop gevierd wordt dat in 1863 de Slavernij door Nederland in Suriname en de Antillen officieel werd afgeschaft. Wat GroenLinks betreft een dag die een officiële nationale feestdag zou moeten zijn. Een belangrijke stap in het afsluiten van een donkere periode van onze geschiedenis. Helaas is met het afschaffen van de slavernij, niet ook het racisme verdwenen.

De laatste weken is er een wereldwijde golf uitgesproken anti-racisme ontstaan. De moord op de Amerikaanse George Floyd was de directe aanleiding, maar zeker niet de enige reden dat er een reactie is losgebarsten die verandering eist. Discriminatie richting mensen die gemarginaliseerd worden op basis van hun huidskleur is wereldwijd nog altijd aanwezig op een systematische manier. Dat moet stoppen. Ook GroenLinks Vlaardingen spreekt zich uit tegen racisme.

Toch zien we een hoop onbegrip en misconcepties langskomen op internet. Daarom bespreek ik hier vier begrippen: black lives matter, geschiedenis, kleurenblind zijn, en wit privilege.

 
Black lives matter

“Black lives matter? All lives matter!” Dit is een reactie die veel te lezen is. Maar laten we dit eens ontleden. Niemand die zegt ‘black lives matter’ ontkent dat andere levens ertoe doen. Het benadrukken van één groep, betekent niet het uitsluiten van andere groepen, maar een focus leggen waar het op dit moment relevant is. Er staat niet ‘only black lives matter’ maar eerder: ‘black lives matter as well’. Als iemand zegt dat vrouwenrechten er toe doen, betekent dat niet dat die persoon vindt dat mannen geen rechten zouden moeten hebben. Als ik zeg: ‘ik vecht voor dierenrechten’ vecht ik niet tégen mensenrechten. Als ik zeg ‘ik houd van mijn moeder’, betekent het niet dat ik dan niet van mijn vader houd. Ik wil op dat specifieke moment alleen even iets individueel benadrukken. Het is eigenlijk absurd dat een stelling die zegt ‘zwarte levens doen er toe’ controversieel is. Er wordt gevraagd om erkenning van het belang van deze groep, omdat dit belang in de praktijk nog te vaak niet erkend wordt.

 
Geschiedenis en nu

“De slavernij is toch heel lang geleden, dat is toch nu geen probleem meer? Ik was er toen ook niet eens dus het is toch niet mijn schuld? En trouwens, zwarte mensen hadden ook slaven!”

Slavernij was een vreselijk iets, daar lijkt gelukkig vrijwel iedereen het over eens te zijn. Maar waarom hebben we het nu nog steeds over slavernij, als het zo lang geleden al is afgeschaft? Inderdaad, de Slavernij is in Nederland sinds 1863 afgeschaft (al was dit in delen van Nederlands-Indië pas zo’n 50 jaar later). Dus niemand die nu leeft, heeft die slavernij in Nederland bewust meegemaakt. Maar dat betekent niet dat het er niet toe doet. Niemand die nu leeft heeft schuld aan het onrecht van toen, maar er worden wel nog steeds vruchten van geplukt, ten koste van anderen.

Met de afschaffing van de slavernij was niet ineens alles goed: het rassendenken en de economische ongelijkheid die in die tijd erg aanwezig was, is blijven doorwerken. Dit komt heel duidelijk aanwezig terug in veel dingen: in Amerika is het pas in 1965 vastgelegd dat rassendiscriminatie bij het stemmen verboden is, werd in 1964 Martin Luther King in de gevangenis gegooid omdat hij in een ‘white-only’ restaurant wilde eten, en werd in dat jaar zoutzuur in een zwembad met donkere mensen gegooid in een hotel in Florida - pas in 1969 werd rechtelijk bepaald dat zwemmen niet op basis van huidskleur mocht worden ontzegd. Ook kwam er pas in 1975 een einde aan hypotheek discriminatie met de Home Mortage Disclosure Act.

Zelf ben ik nog geen dertig, maar ik kon al lopen toen in Zuid-Afrika voor het eerst democratische verkiezingen werden gehouden die niet raciaal waren, dat was namelijk in 1994(!). Daarvoor was het, door de geboren Nederlander Hendrik Verwoerd ontwikkelde, apartheidssysteem geldig, dat uitging van witte suprematie. En dichterbij huis, in Brussel was in 1958 nog een mensentuin waarin kinderen uit Congo in hokken ten toon werden gesteld. Kinderen die toen 7 waren, zijn nu zo’n 70 jaar. Mensen die nu leven, hebben dat nog meegemaakt.

En nu nog steeds blijkt uit recent onderzoek dat in Nederland werkgevers eerder iemand aannemen die een ‘wit-klinkende’ naam heeft, zelfs als de CV’s verder identiek zijn. Negen van de tien verhuurmakelaars hebben er geen problemen mee als huiseigenaren hun woning niet willen verhuren aan Marokkanen, Turken, Polen of Bulgaren.

Ook zijn er nog steeds politici die ronduit racistische uitspraken doen, zoals Henk Bres, fractievertegenwoordiger van de PVV in Den Haag, die op zijn tijdlijn zet: “ik zeg uitroeien met een goeie Hitler”, of Baudet die zegt dat “Europa dominant blank” moet blijven, of Annabel Nanninga die wel heel veel grapjes maakt over Joden, het heeft over “de mooie ovens van Hitler”, of woorden als “dobbern***r” gebruikt, en hoopt dat "Ebola even doorpakt".

Dit alles suggereert dat er nog altijd een doorwerking is van de racistische systemen van toen: met zo’n groot verschil bij de start, kun je niet verwachten dat tijdens de race alles rechttrekt en iedereen gelijke kansen heeft om tegelijk bij de finish te komen.

 
Kleurenblind

“Ik zie geen kleur. Als we gewoon stoppen met het over racisme hebben, gaat het vanzelf voorbij.”
Herkenbaar? Dit is het goedbedoelde wegkijken. Het er simpelweg niet over hebben, is helaas geen oplossing. Je ziet, helaas misschien, wel kleur. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vrijwel iedereen onbewust andere inschattingen maakt op basis van huidskleur en hier vooroordelen bij heeft. Daarnaast is iemands huidskleur nog altijd duidelijk relevant, zoals hierboven beschreven. Dan maar gewoon zeggen dat het er niet toe doet, is het ontkennen van een pijnlijke werkelijkheid. Als je zegt geen kleur te zien en je meent het: dan heb je geluk. Dan is kleur voor jou nooit een probleem geweest, omdat je blijkbaar nooit racisme hebt ervaren. Maar het is voor veel mensen wel degelijk een probleem, omdat ze dag in, dag uit, met racisme te maken hebben. Dit negeren is geen deugd, maar het ontkennen van een pijnlijke werkelijkheid waar veel mensen onder moeten lijden.

 
White privilege
White privilege is zo’n onzin. Ik kan er toch niks aan doen dat ik wit ben? Ik heb het toch ook moeilijk gehad? Ik kom uit een gezin waar nooit geld was, waarom heb ik dan privilege?” Opmerkingen zoals deze zijn ook veel te vinden. Waar zo’n opmerking vandaan komt is best te plaatsen: je hebt het zelf moeilijk gehad en iemand zegt dat jij juist een voordeel hebt. Alleen, wit privilege betekent niet dat je automatisch een makkelijk leven hebt en niemand zegt dat ook. Het betekent dat dingen niet nog moeilijker zijn geworden door je huidskleur. Ik ben bijvoorbeeld begonnen op vmbo kader. Het was voor mij niet makkelijk om uiteindelijk af te studeren aan de universiteit. Maar ik weet dat het nog moeilijker geweest was, als ik niet wit was. Dat heb ik gezien bij mensen om me heen, die minstens zo getalenteerd waren als ik, maar zich keer op keer moesten bewijzen, wat duidelijk kwam door verwachtingen die anderen over hen hadden, op basis van hun etnische achtergrond.

Wit privilege betekent ook niet dat alle witte mensen een makkelijker leven hebben dan alle mensen van kleur. Oprah Winfrey wilde een handtas kopen van 38000 dollar. Überhaupt over zo’n aankoop kunnen nadenken, is een privilege dat zij heeft en ik niet heb. Haar economische status en beroemdheid, komt met een heel aardig privilege. Echter, Oprah Winfrey mocht in de winkel de tas in kwestie niet van dichtbij bekijken, omdat de vrouw in de winkel haar niet herkende en ze ‘eruit zag alsof ze het niet zou kunnen betalen’. Dit zou mij niet overkomen, omdat ik wit ben. En dat is wit privilege.

Het betekent ook niet dat je als wit persoon automatisch schuldig bent aan je privilege. Je kunt inderdaad niets doen aan je etnische achtergrond. Het gaat niet om schuld of om spijt, het gaat om erkenning dat de maatschappij nog altijd zo is ingericht dat er (veel) situaties zijn, waarin je huidskleur uitmaakt bij hoe je behandeld wordt. Een witte huidskleur biedt in die situaties nog steeds vaak een voordeel ten opzichte van een andere huidskleur hebben, omdat de benadering anders is. Daar hoef je geen sorry voor te zeggen, maar het is wel belangrijk dat je erkent dat dit gebeurt en dat we er gezamenlijk aan werken dit aan te pakken.

Er is nog altijd racisme op de arbeidsmarkt, op de huizenmarkt en in rechterlijke controles, dat zijn statistisch terug te vinden feiten. Dat heeft effect op praktische segregatie en sociaal-economische status. Daarnaast is er een enorme hoeveelheid mensen die aangeeft negatieve ervaringen met racisme te hebben, soms heel grof en soms subtiel, maar vaak. Dit soort al dan niet oppervlakkig racisme, geeft voeding aan echte ongelijkheid en onverdraagzaamheid en zorgt dat dit zich wortelt in de samenleving.

Daarom is het belangrijk dat we eerst erkennen dat er een probleem is, daar dan gezamenlijk een debat over aangaan en samen acties ondernemen om dit te beëindigen. Ook als dat betekent dat je soms naar jezelf moet kijken, dat dat ongemakkelijk is en dat je zelf stappen zet en verandert. Wees je bewust van je vooroordelen en of je daar naar handelt, strijd actief tegen racisme en spreek je uit als het je bij een ander opvalt.

 
*) Keti Koti stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken.