Conclusie: oorzaak brand onbekend, er was geen chemisch afval, en in geval van calamiteiten dienen burgers zichzelf te redden.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Datum: 14 juni 2011
Onderwerp: Vragen artikel 36 RvO - brand bij het bedrijf Beelen
Geachte heer Borsboom,
Naar aanleiding van uw vragen ex artikel 36 RvO, gesteld op 16 mei 2011, over de brand bij het bedrijf Beelen aan de Maassluissedijk te Vlaardingen, komen wij, in samenwerking met de DCMR, tot de volgende beantwoording.
Vraag 1
Is er gevaar geweest voor de burgers van Vlaardingen en de omliggende steden rondom Vlaardingen?
Antwoord 1
Uit de door de DCMR en de brandweer uitgevoerde metingen is dit niet gebleken.
Vraag 2
Heeft DCMR metingen kunnen verrichten en hoe laat is vastgesteld dat er geen gevaarlijke stoffen zijn vrijgekomen?
Antwoord 2
De brand is gemeld omstreeks 17:45 uur. Het meetplan is om 18:04 uur in werking gesteld. Om 18:15 uur heeft de DCMR metingen verricht met 2 meetploegen. Er is gemeten op koolmonoxide (CO), de "tracer" van rook*. Deze metingen waren buiten het terrein allemaal nul. Ook zijn metingen verricht op vaste punten zoals Vlietlandziekenhuis en Ikazia Ziekenhuis, ook deze metingen gaven een nul resultaat.
* Toelichting: De meetploegen gebruiken als zogenaamde trager koolmonoxide (CO). Indien geen verhoogde waarde CO in relatie tot het in brand staande object (in dit geval Beelen) en de daarbij vrijkomende verbrandingsgassen wordt gemeten, is het nagenoeg uitgesloten dat andere (schadelijke) stoffen vrijkomen. Daarnaast zijn er bij de meldkamer van de DGMR geen (ernstige) gezondheidsklachten In relatie tot de brand ontvangen, wat tevens een trigger is voor het vrijkomen van schadelijke stoffen.
Vraag 3
Klopt het dat onder de brandbare materialen chemisch afval ten prooi gevallen is aan de vuurzee?
Antwoord 3
Tijdens de brand was dakafval en asfalt opgeslagen bij het bedrijf Beelen. Een klein percentage is hiervan verbrand. Van chemisch afval is geen sprake geweest.
Vraag 4
Op welke wijze heeft u de burgers geïnformeerd?
Antwoord 4
De burgers zijn geïnformeerd via nieuwsberichten op de website van de gemeente Vlaardingen en de DCMR. Ook zijn de burgers geïnformeerd via de twitterberichten van de VRR, gemeente en DCMR. Op TV Rijnmond heeft een balk met informatie gedraaid.
Vraag 5
Hoe heeft de brand kunnen ontstaan en hebben alle veiligheidsmechanismen gewerkt?
Antwoord 5
Uit het onderzoek van de Forensische Opsporing is (nog) geen oorzaak naar voren gekomen.
Vraag 6
Heeft het bedrijf een eigen bedrijfsbrandweer en is er een sprinklerinstallatie in de loodsen aanwezig?
Antwoord 6
Nee, er is geen bedrijfsbrandweer en er is geen sprinklerinstallatie aanwezig of vereist,
Vraag 7
Zijn de op het terrein aanwezige chemischs meststoffen nog een gevaar geweest voor de vuurzee?
Antwoord 7
De bedoelde meststoffen lagen niet op het terrein van het bedrijf Beelen maar bij de buurbedrijven. De afstand van de opslag tot aan de vuurzee was dermate dat deze opslagen niet in gevaar zijn geweest. Tijdens de brand heeft de brandweer uit voorzorg wet enkele objecten van hel andere terrein nat gehouden.
Vraag 8
Voldoet het bedrijf aan alle vergunningen?
Antwoord 8
Er zijn bij bureau handhaving Haven en Afval van de DCMR geen overtredingen bekend.
Vraag 9
Bent u bereid om de raad en de burgers van Vlaardingen te informeren inzake mogelijke bedrijfsgevaarlijke bedrijven in Vlaardingen.
Antwoord 9
Uiteraard zijn wij bereid de raad en de burgers (via de gemeentelijke website en de gemeentepagina In Groot Vlaardingen) te informeren over mogelijk gevaarlijke bedrijven in Vlaardingen. Op dinsdag 22 februari 2011 is vanuit het platform Hinder en Veiligheid een thema bijeenkomst gehouden met het thema "De risicokaart van de Gemeente Vlaardingen".
Vraag 10
Heeft de directie ook oog voor de maatschappelijke impact die deze brand voor de burgers van Vlaardingen heeft veroorzaakt of staat continuïteit van de bedrijfsvoering voorop?
Antwoord 10
In de contacten die wij tijdens en direct na de brand met de directie van het bedrijf Beelen hebben gehad hebben wij een grote betrokkenheid geconstateerd voorzover het bedrijf zelf, als voor de omgeving. Wij vinden het volstrekt logisch dat ook de continuïteit van de bedrijfsvoering daarbij een rol speelt.
Vraag 11
Op welke wijze gaat het bedrijf de ongerustheid onder de bewoners van Vlaardingen wegnemen?
Antwoord 11
Met het bedrijf zijn geen afspraken gemaakt over de wijze waarop zij burgers gaan informeren. Vla het opgerichte Platform Hinder en Veiligheid proberen wij wel een link te leggen tussen de bedrijven en de bewoners. Zie ook het antwoord op vraag 9.
Vraag 12
Vindt u het noodzakelijk dat Vlaardingers een "noodrantsoen" gaan aanleggen en informatie krijgen, hoe zij een periode van gevaar van buitenaf kunnen overleven?
Antwoord 12
De overheid is op vele gebieden de zelfredzaamheid van de burgers aan het vergroten en stimuleren. Speerpunten van de brandweer zoals "Brandveilig leven" zijn daarop gericht. Een onderdeel van het kweken van dit bewustzijn is de burgers informeren over noodrantsoenen en tijdelijk overleven bij calamiteiten. Middels Postbus 51 spotjes heeft de landelijke overheid daarover informatie verspreid.
Vraag 13
Bent u het met de GroenLinks fractie eens dat de burgers geen uitweg kunnen vinden door gebruik te maken, van de omliggende snelwegen?
Antwoord 13
Dat standpunt delen wij niet. Wat mogelijk wei voor vertraging kan zorgen: zijn de wegen naar de snelwegen toe. Bij grootscheepse evacuaties kunnen opstoppingen ontstaan.
Vraag 14
Bent u het met de GroenLinks fractie eens dat de grenzen van de hoeveelheid gevaarlijke bedrijven in Vlaardingen bereikt is omdat de burgers recht hebben op een veilige woon- en leefomgeving?
Antwoord 14
Vergunningen worden verleend op basis van de wettelijke eisen en richtlijnen die daarvoor gelden. De bestemmingsplannen, vastgesteld door de gemeenteraad, zijn daarbij leidraad. In de Nota Bedrijventerreinen beleid (vastgesteld in 2009 door de gemeenteraad) wordt als basisprincipe gesteld dat in Vlaardingen nieuw te vestigen bedrijven vanaf milieucategorie 5 niet worden geaccommodeerd en bij vertrek van bestaande, categorieën 4 of 5 bedrijven tracht de gemeente bedrijven met maximaal milieucategorie 3 of 4 te accommoderen. Het bedrijf Beelen heeft overigens milieucategorie 4,2. Binnen de huidige bestemmingsplannen kan de milieucategorie 5 bedrijvigheid niet worden uitgestoten, maar bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen binnen de kaders van 'de wet ruimtelijke ordening' zal de mogelijkheid om de categorie 5 bedrijvigheid in te perken worden onderzocht.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Vlaardingen.
de secretaris, de burgemeester,
ir. C. Kruyt mr. T.P.J. Bruinsma