Een rijksweg A14 ligt te ver naar het oosten en wordt nog láng niet aangelegd, dus in de praktijk blijkt minister Eurlings voor de A4 te gaan.
Geachte heer Tsang,
Naar aanleiding van uw brief van 1-1-2008 berichten wij u het volgende.
In december 2007 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen om nader onderzoek te doen naar de A14 als bijdrage in de oplossing voor het verkeersprobleem in de Zuidvleugel van de Randstad. Minister Eurlings heeft aangegeven deze motie te zullen uitvoeren.
De A14 zou zeker een bijdrage kunnen leveren, omdat met de aanleg van deze weg het doorgaande verkeer tussen Amsterdam en het zuiden van Nederland buiten de knoop- c.q. knelpunten Prins Clausplein, Ypenburg en Kleinpolderplein wordt omgeleid.
De aanleg van de A14 zal volgens de minister echter niet kunnen worden aangemerkt als een volwaardig alternatief voor de aanleg van de A4 door Midden Delfland. De A14 ligt te ver naar het oosten om het rechtstreekse verkeer tussen Den Haag en Rotterdam te faciliteren. Indirect heeft het verminderen van de verkeersbelasting op de genoemde knooppunten wel het effect dat de kans op files op de A13 afneemt.
Aangezien het tracé van de A14 lang is en langs verschillende woonkernen loopt is niet te verwachten dat over de aanleg van deze weg op afzienbare termijn een besluit genomen zal kunnen worden.
Onlangs heeft minister Eurlings zijn voorkeur uitgesproken voor de aanleg van de A4 Midden Delfland, ondanks het feit dat er nog gestudeerd wordt op het verbreden van de A13, gecombineerd met de aanleg van de A13/A16 langs Zestienhoven als mogelijk alternatief.
Vervolgstappen zouden naar het oordeel van de Tweede Kamer kunnen zijn het opwaarderen van de veilingroute tot A54, met aansluitend de Oranjetunnel en de aanleg van de A14 om het doorgaand verkeer buiten de knooppunten om te leiden.
In het vertrouwen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Burgemeester en wethouders van Vlaardingen
De secretaris, De burgemeester,
R. jeltema, mr. T.P.J. Bruinsma