Niet ver van de bomen van vorige maand staan de platanen in de Waalstraat.

Deze bomen zijn niet alleen 'monumentaal' te noemen, ze staan ook daadwerkelijk op de gemeentelijke 'Lijst monumentale bomen'. Deze Bomen krijgen extra aandacht en zorg om ze zolang mogelijk te behouden.

FORSE PLATANEN IN DE WAALSTRAAT

Door Joop van Dorp

Een imposante rij Ahornbladige Platanen (Platanus acerifolia) groeit al tientallen jaren in de Waalstraat in Vlaardingen.

Ooit was de Waalstraat een open water, heette dan ook 'de Waal'. Deze liep uit in de Biersloot, die weer in directe verbinding stond met de Vlaardingse Vaart. Deze binnenstadse wateren gingen steeds meer overlast geven vanwege het gebruik als riool. Ze werden gedempt, en op die manier ontstonden mooie brede straten.

Midden op de Waalstraat werd een rij Platanen geplant. Een boomsoort die uitstekend bestand is tegen o.a. de uitlaatgassen van auto`s, daarom in veel steden veelvuldig aangeplant. Ze staan bijvoorbeeld ook sinds 1966 langs de Oude Haven.

De Platanen van de Waalstraat zijn regelmatig wat Opgesnoeid. Omdat ze daarbij ook tussen redelijk hoge bebouwing staan, zijn het rijzige bomen geworden, het aanzien waard.

Bij de laatste herbestrating van de Waalstraat werden nogal wat wortels die aan de oppervlakte zaten, weggehaald. De bomen hebben van deze ingreep weinig gemerkt lijkt het. Gelukkig maar! Hoe kaal zou de Waalstraat zijn zonder deze monumentale bomen.

Op de website van de Universiteit Wageningen - praktijkonderzoek Plant & Omgeving vonden we een mooi artikel over de plataan, door hen in 2002 uitgeroepen als 'Boom van het jaar'.

HISTORISCH

De Waal, van water naar weekmarkt

door Frans Assenberg

De bomen in de Waalstraat geven 'de Waal' een aparte sfeer. De naam Waal (of Wiel) duidt op een dijkdoorbraak.
Wanneer de Waal is ontstaan is niet bekend.
Eeuwenlang maakte het water wel deel uit van de Vlaardingse samenleving. Pas eind 19e eeuw werd de Waal gedempt. De trekschuit maakte dankbaar gebruik van de mogelijkheid om mensen en goederen vanuit de Waal en over de Biersloot te vervoeren van Vlaardingen naar Delft.


Het beginpunt van de trekschuit lag ongeveer bij de huidige verfwinkel van Kok. Er stond daar, naast een heuse galg, ook een houten kraantje voor het in- en uitladen van goederen.
De trekschuit ontstond in de loop van de 17e eeuw.
In december 1654 sloten Delft en Vlaardingen een contract voor het gebruik van de kaden van de Vlaardinger Vaart.

Aanvankelijk ging er slechts één schuit richting Delft, maar al snel werden dat er meer. De tocht ving aan aan het einde van de Waal. Bij het huidige Café de Waal ging het rechtsaf over de Biersloot langs het Veerplein, waar nu Boekhuis Den Draak is gevestigd, naar de Vlaardinger Vaart. Voordat de trekschuit linksaf naar Delft ging, passeerde het scheepje de Kwakel. Dit is een hoog bruggetje dat de Broekkade aansloot op de Kwakelsteeg naar de Hoogstraat. Vandaar ging de tocht over de Vlaardinger Vaart naar Delft met, naast passagiers, haring en andere vis vanuit Vlaardingen, en bier en dergelijke retour vanuit Delft.

De trekschuit werd getrokken door het trekpaard. De schipper moest zijn eigen paarden meebrengen die gestald werden in een huis in de Waal. Een jager begeleidde het paard.

In 1869 werd de Waal om gezondheidsredenen gedempt. Het bleek dat de Waal in een soort afvalput was veranderd. Het watertje werd gedempt en van een riolering voorzien. Aan de westzijde van de Biersloot, langs de Zusterkade, lagen in die tijd veel lusthoven, tuinen, weilanden en boomgaarden. Door de uitbreiding van Vlaardingen, en door de vervuiling van de Biersloot dempte het bestuur van de Haringstad ook deze watering. De trekschuit vertrok daarna vanaf de Wedde, ongeveer ter hoogte van het huidige politiebureau.

De Grauwe Zusters
Schuin aan de overkant van Café de Waal stond meer dan vijf eeuwen geleden een Tertiarissenklooster. Het werd bewoond door de zusters van de Derde Orde van Sint Franciscus. Vanwege hun grijszwarte kledij kregen zij de naam ‘de Grauwe Zusters’. Wanneer het klooster is ontstaan is niet bekend. In 1465 werd het genoemd in een akte inzake de overgang van de grauwe dames naar de Orde van Sint Augustinus. Op een kaart van de Waal uit 1570 zijn de kloostergebouwen te zien waaronder een kerk. De nonnen mochten drie rokken bezitten of twee rokken en een mantel. Om hun middel droegen zij een grof touw van hennep en eenvoudig schoeisel aan de voeten.

Het leven in het klooster was zeer streng. Praten mocht alleen als men werd ontboden bij de abdis (bestuurder) of tijdens de jaarlijks te houden vergadering. Buiten noodzaak mocht niemand het kloostercomplex verlaten. De kloosterpoort was voorzien van twee ijzeren sloten. De deurwachteres had er één, de abdis had de andere. Kwam er bezoek, dan mocht die bezoeker, bijvoorbeeld de chirurgijn, nooit alleen op het terrein verblijven. De straffen waren streng. Nam men bijvoorbeeld een zwerfkat mee in de kapel, dan moest de verantwoordelijke non met ontbloot hoofd en op de knieën gezeten de maaltijd van de grond nuttigen. Halsstarrige nonnen werden opgesloten in een zogenaamd disciplinehuis.
Rond 1500 vetrokken de nonnetjes naar Rijswijk waar zij hun devote leven voortzetten.

Looddiefstal
In 1789 staat ene Bart van der Lee terecht. Hij had van een tuinhuisje aan de Zusterkade lood gestolen, ermee door de Waal gevaren, en het spul verkocht aan de hoedenmaker Gijs den Edeling. Uiteindelijk wordt hij veroordeeld tot een (in onze ogen) zeer zware straf.

De Waal wordt later dus gedempt, waarna de weekmarkt na verloop van tijd haar kramen neerzet. Tot ver in de vorige eeuw was dat zo.