Drie stadhuizen, drie schetsontwerpen voor een Vlaardings stadhuis. De Vlaardingse burgers en ambtenaren hebben hun adviserende stem uitgebracht. Het geeft ons als GroenLinks fractie de ruimte ook een oordeel te geven. Wij doen dat bij belangrijke zaken altijd. Dus ook nu. In het vervolgtraject komt er uiteindelijk ook een prijs-kwaliteit debat in de raad. Nú gaat het nog niet over het geld, wèl over het bureau dat de opdracht krijgt. Onze keus is duidelijk.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 
DRIE STADHUIZEN IN DE AANBIEDING

Tussentijds commentaar GroenLinks fractie - 21 september 2009

Vlaardingen krijgt een nieuw stadhuis. Er lagen drie schetsontwerpen ter inzage en burgers en ambtenaren mochten hun oordeel geven. Een jury zal een voordracht doen aan het college. De opdracht wordt aan een architectenbureau versterkt. Het college vraag de Raad om budget.

Zo zien de vervolgstappen het kort eruit

In de voorbereidingsfase bij de keus ‘wel of geen nieuw stadhuis?’ was onze inbreng er op gericht om een zo hoog mogelijke duurzaamheid (Co2 neutraal) en een zo groen mogelijk karakter te krijgen in het Programma van Eisen (PvE); tegelijkertijd willen we een stadhuis creëren dat er mag zijn; simpel gezegd: waar Vlaardingers en niet-Vlaardingers van zouden zeggen: “Wat een bijzonder stadhuis staat daar!” Dus vooral niét onzichtbaar!
Inpassing bij de drie omgevingssferen (Markt, Waalstraat en Westnieuwland) blijft tegelijkertijd gewenst.

Op ons verzoek is er heeft er een onderzoek plaatsgevonden om de stripvariant*) als optie mee te nemen in de keus.
Over het spanningsveld met de buurt hebben we gezegd dat de buurtbewoners tijdig en goed geïnformeerd moeten worden; dat er voor hen gezorgd wordt (overlast beperken); en dat ze zich uiteraard mogen uitspreken over wat zich voor hun raam komt te staan als het gaat om uitzicht.
Dat alle burgers in Vlaardingen er ook hun mening over kunnnen geven heeft onze steun. En dat alles gegeven de Raadsbeslissing dat we op deze locatie een nieuw stadhuis krijgen, dat het huidige stadhuis te duur is in de exploitatie, en dat het voor de organisatie van groot belang is vanuit een plek te fungeren.
Uiteindelijk konden we leven met het PvE - net zoals de overgrote meerderheid van de Raad.

 
Vanuit onze inbreng tot nog toe hebben we de drie voorontwerpen bekeken en beoordeeld.

DE DRIE ONTWERPEN
In principe kun je met gemak wel twintig onderwerpen benoemen waarop de drie ontwerpen beoordeeld moeten worden. Dat doen we niet, wij kiezen voor de grote lijn.

De drie beoordelingsclusters voor GroenLinks:

1. Importantie en inpassing
2. Duurzaamheid en groen
3. Bezoekers, buren
 

 
Ad. 1. Importantie en inpassing
Straalt het gebouw voldoende importantie uit om voor Vlaardingen als Stadhuis, huis van de stad te Fungeren? Voor alle duidelijkheid: wij zijn als ‘een stadje’ met 70.000 inwoners een andere maat dan Rotterdam of Den Haag. [Het zou overigens best, of desondanks, kunnen dat experts, of gewoon geïnteresseerden een omweg naar Vlaardingen gaan maken om ons buitengewone nieuwe stadhuis te bewonderen.] Past het gebouw in de omgeving herstel van het stedelijk weefsel, en is het toch voldoende ‘belangrijk’ om als architectuur op te vallen, om eruit te springen? Respect voor de oude Stadhuizen, de kerktoren, maar ook voor de vormgeving van het Westnieuwland en de Waalstraat. Wordt er voldoende rekening gehouden met het wooncomfort van de direct omwonenden?

Ad. 2. Duurzaamheid en groen
Duurzaamheid spreekt voor zich. De luchtkwaliteit ín het gebouw verbetert en het gebouw heeft een beduidend lager energiegebruik. Daarbij gaat het echter óók om het productieproces en de omgang met het te slopen gebouw (hergebruik). De duurzame exploitatie spreekt voor zich.
Groen zit voor een deel in duurzaamheid en is toch is anders. Groen gaat ook over welzijn, over het gevoel dat opgeroepen wordt. Het leefklimaat voor bezoekers, buurtbewoners en werkers.

Ad. 3. Bezoekers, buren
Is het welkom karakter aanwezig voor de bezoekers? Wordt het in de ontwerpen waargemaakt dat de burger een meerwaarde beleeft aan het ontwerp? Hoe wordt het leven voor de buren tijdens en na de bouw? Waar kijken ze op uit. Gaat de leefbaarheid van de omgeving erop vooruit of achteruit?

Drie naar ons idee belangrijke clusters konden we wegens gebrek aan informatie en/of eigen kennis niet laten meewegen.
• Werkklimaat en werkorganisatie
• Krimpen en groeien, flexibiliteit
• Prijs kwaliteit verhouding

 Werkklimaat en werkorganisatie
Kunnen de werkers straks met dit pand voldoende uit te voeten?  De ambtenaren zelf hebben in de procedure een duidelijke inbreng.
Gegeven de beperkte informatie en onze kennis hebben wij het aspect van de werkorganisatie en werkplekken niet meegenomen in onze beoordeling.

• Krimpen en groeien, flexibiliteit
Iedereen weet dat vooruitkijken met de dag moeilijker wordt. Een stadhuis mag  wat ons betreft best tweehonderd jaar blijven staan, indien het maar aan eisen van de tijd kan voldoen. Dus twee wegen: gemakkelijk slopen en duurzaam hergebruiken, of gewoon flexibele aanpasbaarheid. De combinatie van die twee zal waarschijnlijk een optimum creëren. Bij krimpscenario’s doet zich de vraag voor “wat kan er gemakkelijk ingeschoven worden zonder dat dit fundamenteel het karakter van een stadhuis aantast?”. Bij de beoordeling van de drie ontwerpen schoot onze technische kennis te kort. De ontwerpen zelf gaven voor de leek weinig informatie. Dit punt is op dit ogenblik niet meegenomen.

• Prijs kwaliteitsverhouding
Is de prijs-kwaliteits verhouding voldoende of liever subliem? Wij hebben bij navraag begrepen dat een expertbureau een eerste indicatie gaat geven. Jammer dat we die uitslag niet hebben omdat dat uiteindelijk ook bij de eindbeoordeling van het beschikbare budget door de Raad een rol moet spelen.

De ontwerpen beoordeelt op de eerder genoemde  drie hoofdpunten. De beperking ligt in de ongelijkheid van de beschikbare informatie, het feit dat het ene bureau meer aandacht in vorm en tekst geeft dan het andere is deel van onze beoordeling. Het geeft immers een prioritering aan. De volorde is alfabetisch.

Ontwerp CePezed

1. Importantie en inpassing
CePezed heeft een zeer krachtige uitstraling, een gebouw dat er staat. Qua architectuur opvallend omdat het gebouw los is komen te staan van de oudere stadhuizen. Het ‘los’ staan geeft ruimte aan de doorgang naar het centrum. De echt open verbinding door de verlengde Kuiperstraat is de meest optimale profilering. De allure is aanwezig maar blijft relatief sober.
Het interieur van de publiekshal en de dakpatio springen eruit.

Vervolgens komt deze vraag terug bij de tegenpool: de inpassing.
De uitwerking om de westzijde van het oude stadhuis meer ruimte te geven, waarderen wij ten zeerste. Een contrasterende aanpak in glas en staal laten de specifieke waarde van deze gevel (detaillering) extra opvallen. De daaraan gekoppeld inkijk in de publiekshal lijkt ons imposant.
De uitstraling naar de drie overige zijden is divers. Het hardglazen scherm met de gezeefdrukte bladerprint geeft een noord-zuid gevoel. Het contact met de Waalstraat is aanwezig in de toegang restaurant/winkel. Omdat dit beeld onduidelijk was hebben we hier geen oordeel over.
De Westnieuwlandzijde geven we een zeer positieve waardering De open inkijk (bibliotheek) en het grastalud aan het Westnieuwland maken het voor de buren naar ons idee acceptabel om een ‘wand’ voor hun neus te krijgen. Ten opzichte van de oude situatie gaan ze erop vooruit. De wat smallere autoluwe zone in de Paterstraat kan prima, omdat hiermee de winst van de Verlengende Kuiperstaart gerealiseerd wordt. Dat hier de basisgevel verschijnt lijkt ons logisch.

2. Duurzaamheid en groen
Hergebruik van hemelwater, de relatie met het binnengroen is zinvol. De uitwerking van het gelaagd gevelconcept komen geloofwaardig over. Het gebruik van luchtstromen, zonnepanelen (1000 m2) de betonkernactivering en de warmte- en koude-opslag is het wedden op verschillende paarden. Gegeven de technologische- en prijskwaliteitsontwikkeling kunnen we ons hier zeker iets bij voorstellen. Het ontbreken van de Greencalcscore geeft ons onvoldoende kennis over de werkelijk effecten. De glazen pui moet echt voldoende warmte kunnen opvangen.
Het groenontwerp buiten is prima. De dakpatio met bomen mag ook gewoon met struiken. Bomen op een dak geven toch een wat vreemd gevoel.
We missen een verticale tuin in het atrium. Juist omdat CePeZed het atrium ziet als intergraal onderdeel van het klimaatsysteem en bovendien omdat het verticale bindende element in het ontwerp nog niet sterk aanwezig is. Indien CePeZed dóór mag is dit voor ons wel een serieus aandachtspunt. Net zoals het item hergebruik.

3. Bezoekers en buren
De publiekshal is imposant. Bezoekers krijgen de ruimte. De inpassing van de bibliotheek is logisch. Als er een culturele verbinding gemaakt moet worden is de bibliotheek de meest aantrekkelijke. Zowel in de kwantiteit -  uitleningen, als in de kwaliteit – informatiecentrum/ontwikkelingen naar digitaal informatiecentrum voor burgers. De openheid draagt bij aan de openheid die we willen uitstralen.
Dat het niet in het PvE stond is duidelijk. De meerprijs zal in de prijs-kwaliteitverhouding een rol spelen. Wellicht wordt het terugverdiend door de industriële aanpak van Cepezed. De plaatsing van het archief in de kelder roept twijfels op als het gaat om risico. Overstroming en vochtigheid dreigen altijd in kelderverdiepingen. Het is ons onduidelijk hoe en of de bezoekers eventueel van de daktuin gebruik kunnen maken. We missen aandacht voor de overlast die het sloop- en bouwproces oplevert. Lijkt ons een punt van aandacht.

Ontwerp Kraaivanger Urbis

1. Importantie en inpassing
De oplossing van een grote glazen blok als bindend element is vooral voor de binnenkant van het gebouw sterk. ‘Ontmoeten door visuele samenhang’. De blokkade in de verlengde Kuiperstaat is lastig.
De gevels moeten een vorm van tijdeloosheid benaderen. ‘Een ingetogen chique’.Eigenlijk ook niet Vlaardings. Jammer, het geeft niet het extra dat een stadhuis moet hebben. Tekst en tekeningen geven weinig informatie over deze items.
De gevels komen voor ons niet verder dan een prima kantoorpand met een tikje verwijzing naar het verleden door de hergebruikte baksteen. Het Vlaardingse centrum kenmerkt zich door een verzameling van redelijk onbeduidende vormen van architectuur - mislukkingen en gerommel in de marge. Er is nu behoefte aan een kenmerkend en sprekend gebouw. Niet- Vlaardingers zouden waarschijnlijk niet voor het ontwerp van Kraaivanger omrijden. We zien ook niet waarom Vlaardingers er trots op zouden zijn. De focus op het daklandschap als publiekstrekker is wat zwaar aangezet. Hoe blij we ook zijn met alle groene daken die in de drie ontwerpen zitten.

2. Duurzaamheid en groen
De pagina’s over duurzaamheid zijn vooral gevuld met principes en mogelijkheden. Concreet staat de betonkernactivering, de koude-/warmte opslag en de luchtoverstort. Het Cradle-to cradle principe wordt steeds als toetsinstrument gebruikt.
Niks mis met de mogelijkheden en principes, maar wel redelijk vrijblijvend..
Het ontbreken van de Greencalscore geeft ons onvoldoende kennis over de werkelijk effecten.

3. Bezoekers en buren
Mogelijkheden om vertrouwelijke gesprekken te houden. Een plus dus. De balie vinden we qua vorm wat misplaatst in het geheel.
Geen aandacht voor de overlast. Vermeld moet worden dat Kraaivanger Urbis in de presentatie duidelijk heeft gemaakt dat bouwen van een stadhuis midden in een centrum kan. De ervaringen in het centrum van ’s Hertogenbosch geven dat aan.

Ontwerp Van Mourik

1. Importantie en inpassing
Als je dan toch moet verbinden doe het dan maar over de gehele gevel van het oude stadhuis. Daar valt wat voor te zeggen. De naamgeving zegt het al: een entreegebouw. Een schakel tussen oud en nieuw. Wij kunnen ons zeker voorstellen dat deze ruimte ook gevuld kan worden met tijdelijke exposities. Als overdekte manifestatieruimte in ons regenachtige klimaat is dit een aanwinst. De minzijde blijft natuurlijk dat je na tien uur moet omlopen omdat er geen 24-uurs toezicht zal zijn. En hoe dan ook: het is niet de meest optimale doorgang van de VOP naar het Centrum. De uitstraling van het gehele gebouw is ons te zwaar. Te veel een massief blok. Compacte wanden met een overigens voor veel Vlaardingers acceptabel baksteengehalte. De baksteen past zeker in de omgeving, het compacte van het gebouw eigenlijk niet. De positieve kanten van de glazen verbinding worden teniet gedaan doordat het gebouw als blok óf concurreert (baksteen) óf gaat ‘hangen’ aan het oude gebouw. De knik in de gevel is goed.  Maar kan ook gezien worden als een noodingreep. Omdat de grootschaligheid in combinatie met de baksteen toch in de beeldvorming blijft hangen zal de concurrentie met het oude stadhuis zwaarwegend gaan gelden.
De gelijkvormigheid wordt in enige mate functioneel doorbroken door de winkeltjes aan de Waalstraat. In de architectuur vinden wij dit niet terug. Het gebouw valt zeker op. Desondanks vinden we het geen gebouw dat qua architectuur heel bijzonder is. Indien zij doormogen zou er nog heel wat moeten gebeuren om de ‘zwaarte’ van het gebouw te neutraliseren.

2. Duurzaamheid en groen
Ruime aandacht voor de duurzaamheidproblematiek. Bijzonder bij Van Mourik is het hergebruik van de bestaande kelder. Opzienbarend is de bouwtijdverkorting tot vijf maanden hetgeen een forse besparing oplevert en tegelijkertijd de overlast voor de buurt aanzienlijk verkleint. Het hergebruik van de natuurstenen gevelelementen als vloerbekleding voor de centrale hal is een schot in de roos. De doordachte keuze om duurzaamheid te relateren aan de te verwachten tijdsduur spreekt ons aan. Voor de niet technisch geschoolde lezer is het duurzaamheidverhaal van Van Mourik samenhangend en overtuigend. Ook zij gebruiken betonkernactivering, WKO en luchtbehandeling als peilers voor een energiezuinig klimaat. Het groenverhaal bestaat uit het dakterras en de groenbakken in de vide.
Indien Van Mourik doorgaat zou in het interieur plaats zijn voor een verticale tuin. Zij zeggen zelf dat de groenvoorziening van de daktuin afdaalt naar de begane grond. ‘De daktuin is mogelijk toegankelijk te maken voor het publiek’. Roept vragen op en is wat voorzichtig geformuleerd.

3. Bezoekers en buren
De publiekshal voldoet aan de frontoffice eisen en de half uitgeplaatste balie leidt de bezoeker uit de overdekte straat naar binnen. De ontvangsthal ziet er verder eenvoudig en deugdelijk uit.
De buren zullen profiteren van de verkorte bouw en de centrale inpandige bouwkraan. Met het noemen van de direct omwonenden in tekst en beeld maken zij duidelijk dat dit een belangrijke factor is in het bouwproces.

SAMENVATTEND OORDEEL EN SUGGESTIES
CePezed is de beste keus, direct gevolgd door Van Mourik.
Cepezed heeft een goede architectonische en stedenbouwkundige opvatting. De groenopvatting is prettig. Van Mourik wint in de gepresenteerde ontwerpen op het gebied van duurzaamheid. Alle ontwerpen hebben een verbindende en lichttoelatende vide.  Een verticale binnentuin zou het interieurontwerp versterken. Een vier verdiepingen hoge verticale tuin in een stadhuis is in Nederland een unicum.
De groene daken  in alle drie de ontwerpen maken in ieder geval zeker dat er een stadhuis komt met een groen dak Verder moet gezegd worden dat alle drie de ontwerpen een behoorlijk duurzaamheidkarakter uitstralen. Hoewel bij Cepezed en Kraaivanger wat ons betreft nog het nodige gedaan zou moeten worden om hergebruik concreet te maken. De fietsenstalling (in elk ontwerp) kan ook gebruikt worden als openbare gratis fietsenstalling voor bezoekers van het winkelcentrum. De 250 fietsplaatsen van Kraaienvanger vinden we een goed uitgangspunt voor de maatvoering.

De aandacht voor de historie en archeologie vinden we in alle drie de ontwerpen nog wat sober.
Het ‘moest’ omdat het in het PvE staat. ‘t Lijkt ons een uitdaging daar in het eindontwerp nog meer een specifiek punt van te maken - de Vlaardingers zullen zeker bereid zijn om in een workshop te brainstormen hoe dat bij een invulling kan. Herhaaldelijk haalt Vlaardingen al de internationale pers met haar archeologie; uiteraard moet dat in een stadhuis de nodige aandacht krijgen. Eigenlijk wat meer dan  een glazen vloer en een aantal vitrines.De te verwachten archeologische opgravingen zullen deze stelling ondersteunen.

 
Namens de fractie van GroenLinks,
Jack Tsang.

*) Alleen betonskelet blijft staan, de rest wordt gesloopt