In verband met de toezegging van het College om de luchtkwaliteit te verbeteren, vraagt fractievoorzitter Kees Borsboom nadere toelichting en antwoord op een vijftal vragen over de gehanteerde ‘normen luchtkwaliteit’, de effecten voor de gezondheid en mogelijke maatregelen op het gebied van het verkeer.

__________________________________________________________________________

Aan het College van Burgemeester en Wethouders

Betreft artikel 36 vragen luchtkwaliteit; CO-2 in het openbaar vervoer

Vlaardingen, 14 februari 2014.

 
Geacht College,

Bij brief van 4 februari jl. zendt U ons een notitie van de DCMR over de luchtkwaliteit met als conclusie dat in 2015 de concentraties stikstofdioxide en fijnstof ruim onder de grenswaarde zullen liggen. Het College geeft aan dat het vanzelfsprekend bevordert dat de concentraties zo laag mogelijk worden.
Op 5 februari jl. is een onderzoek gepubliceerd waaruit naar voren komt dat bij de aanbestedingen van concessies in het busvervoer geen gebruik wordt gemaakt van het doelgerichte aanbestedingscriterium om de CO2-uitstoot te reduceren, terwijl dit criterium het meest effectief is, omdat het een kwantitatief doel aan de uitstoot stelt (zie deze link).

GroenLinks hecht zeer aan duurzaamheid in brede zin, daaronder behoren dus onder meer aspecten m.b.t. het milieu als m.b.t. gezondheid. Dat laatste is van groot belang omdat volgens gegevens van het Longfonds in Nederland 1 miljoen mensen longproblemen hebben. Gegeven de niet optimale situatie in dit deel van het land gaat het in Vlaardingen dus om naar schatting tenminste 5000 inwoners. Het blijkt dat de bijdragen van gemeente om de lokale luchtkwaliteit te verbeteren vooral gevonden kunnen worden in verkeersmaatregelen.
GroenLinks is dan ook blij met de inzet van het College om te bevorderen dat de luchtkwaliteit nog beter wordt dan thans het geval is.

In verband met die toezegging willen wij graag van het College nog wat nadere toelichting en antwoord op de volgende vragen:

  1. Is het College bekend met het feit dat de WHO (Wereld Gezondheids Organisatie) veel lagere normen voor luchtkwaliteit hanteert dan de Wet Luchtkwaliteit, dat die normen in Vlaardingen worden overtreden en dat er dus sprake is van een voor de gezondheid slechte situatie?
  2. Is het College bereid de GGD en zo nodig andere autoriteiten op het gebied van gezondheid te vragen hoe zij de situatie in Vlaardingen beoordelen en wat Vlaardingen direct dan wel indirect zou kunnen doen om de situatie te verbeteren?
  3. Is het College met ons van mening dat ook puur vanuit milieukundig oogpunt het voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen uit de Wet Luchtkwaliteit in 2015 slechts van een beperkte betekenis is omdat:
       a. De normen alleen betrekking hebben op NO2 en PM10 en niet op het
           voor de gezondheid nog veel funestere ultra fijnstof PM5, 2,5 etc.,
           kortom dat het gaat om  een partieel beeld.
       b. De neerwaartse trend afgelopen periode voor een groot deel kan
           worden verklaard door economische omstandigheden en
           klimatologische factoren.
       c. De notitie geen rekening houdt met de effecten van de aanleg
           van de Blankenburgtunnel.
       d. De NO2 normen sowieso maar net onder de formele grenswaarde
           liggen.
  4. In andere steden wordt op een aantal punten gericht beleid gevoerd. Daarbij gaat het ondermeer om het waar mogelijk aanpakken van dieselauto’s , scherpe prijsprikkels in het parkeerbeleid, meer snelheidsbeperkingen, voorrang voor fietsers bij verkeerslichten buiten industriegebieden (waardoor fietsen aantrekkelijker en autorijden minder aantrekkelijk wordt), de bevordering van vervoers(overslag)centra etc. Wil het College aangeven of het bereid is zich d.m.v. genoemde en zo mogelijk ook met andere maatregelen in te zetten om de luchtkwaliteit te verbeteren en zo neen waarom niet?
  5. Is het College bereid er bij de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de aanschaf van bussen zowel in het openbaar vervoer (RET, ZWN) als in het particulier vervoer en met name het leerlingenvervoer op aan te dringen dat zij bij de volgende aanschaf/concessie de volgende punten mee te nemen:
         a. Het waar enigszins mogelijk gebruik maken van elektrische voertuigen
             ondermeer omdat daarmee de lokale luchtkwaliteit zeer gediend is;
         b. Daarnaast zowel in eisen als in gunningscriteria bij de wensen een
             minimale CO-2-uitstoot te vragen;
         c. Om bij de aanbestedingen rekening te houden met de kosten en
             opbrengsten over de gehele levensduur van de voertuigen (de
             zogenaamde Total Cost of Ownership) omdat alleen op die manier
             ook toekomstige effecten m.b.t. milieu, klimaat en energiekosten
             een goede rol kunnen spelen.

De GroenLinks fractie ziet het antwoord van het College graag zo spoedig mogelijk tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Kees Borsboom,
Fractievoorzitter GroenLinks.