De constructieve veiligheid van de A4-tunnel houdt de gemoederen al maanden bezig. De Tweede Kamer heeft minister Schultz vragen gesteld over deze kwestie en deze heeft zij inmiddels beantwoord. De gemeenteraadsfractie van GroenLinks heeft naar aanleiding van de antwoorden van de minister de volgende vragen aan het college gesteld......
Bron: GroenLinks Schiedam
Hieronder de tekst van de aan het college van B & W gestelde vragen:
"In de beantwoording van vragen vanuit de Tweede Kamer door minister Schultz aangaande de constructieve veiligheid landtunnel A4 (kenmerk RWS -2013/34856) bericht de minister o.a. dat er een overleg heeft plaats gevonden tussen de verantwoordelijk wethouder, de regiomanager integrale veiligheid en dhr. de Kanter. In dat gesprek zou dhr. de Kanter zijn kritiek hebben toegelicht. De heer de Kanter geeft echter aan dat een dergelijk gesprek tussen de wethouder en hem nooit heeft plaats gevonden. Naar de mening van GroenLinks wordt hiermee door minister Schultz abusievelijk richting de Tweede Kamer het beeld opgeroepen dat dhr. de Kanter door de wethouder gehoord is en hij daarop volgend door het college betrokken of op zijn minst inhoudelijk geïnformeerd zou zijn bij/over het vervolgonderzoek aangaande de constructieve veiligheid.
Daarnaast meldt de minister in haar beantwoording dat de heer de Kanter door RWS bij haar eigen onderzoek naar de constructieve veiligheid van het tunnelontwerp door RWS op de hoogte is gesteld van de uitkomsten van dat onderzoek. Ook het op de hoogte stellen door RWS heeft volgens dhr. de Kanter niet plaats gevonden.
Wij realiseren ons dat het college niet verantwoordelijk is voor de beantwoording van vragen uit de Tweede Kamer door de minister. Echter, de minister baseert haar beantwoording kennelijk wel op verkregen informatie van o.a. de gemeente Schiedam.
GroenLinks heeft in verband met het bovenstaande de volgende vragen aan het college:
1. Heeft er een gesprek plaats gevonden tussen de wethouder, de regiomanager en dhr. de Kanter, zoals door minister Schultz in haar beantwoording wordt genoemd?
2. Is dhr. de Kanter door de gemeente betrokken bij het vervolgonderzoek?
3. Zo ja op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
4. Is de gemeente al op de hoogte van de uitkomsten van het onderzoek door RWS?
5. Zo ja, kan de raad (een samenvatting van) dit onderzoek tegemoet zien vóór de geplande informatiebijeenkomst op 3 september?"