Stadslandbouw mag zich op grote belangstelling van GroenLinksers uit de regio verheugen. Dat bleek tijdens de excursie die GroenLinks Rijnmond op 29 september organiseerde. Fractieleden, bestuurders en geïnteresseerde leden uit Spijkenisse, Delft, Schiedam, Vlaardingen, Capelle en Rotterdam kwamen een kijkje nemen bij drie geselecteerde projecten in Rotterdam en Schiedam. Afgelopen zaterdagmiddag vond het vervolg plaats met een themamiddag 'Stadslandbouw op lokaal niveau' in Natuurcentrum de Boshoek in Schiedam.

Bron: GroenLinks Rijnmond

De stadslandbouwexcursie van 29 september was uitstekend bezocht en ook de themamiddag trok belangstellenden uit Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam, Spijkenisse, Capelle en Leiden. Zij luisterden naar drie sprekers die vanuit een eigen invalshoek op het onderwerp ingingen. De middag werd besloten met een discussie over de kansen en mogelijkheden van stadslandbouw op lokaal niveau en wat burgers, corporaties, gemeenten en bedrijven kunnen doen om initiatieven tot bloei te laten komen.

Stadslandbouw als kans
Als eerste gaf Ingrid Ackermans van Bureau Botersloot een inleiding over stadslandbouw in het publieke domein. Stadslandbouw is in haar visie vooral een kans om een weerbare en vitale stad vorm te geven. In een stad als Rotterdam zijn tal van functies (wonen, werken, winkelen, uitgaan etc.) van elkaar gescheiden. Door functies samen te voegen delen gebruikers de ruimte en staan zij met elkaar in een relatie van wederzijds profijt.
Er spelen een aantal actuele stedelijke opgaven een rol:
- werkgelegenheid en gezondheid;
- klimaatadaptatie en energietransitie;
- sociale cohesie, veiligheid en actief burgerschap;
- biodiversiteit.
Door stadslandbouw is het mogelijk deze opgaven op positieve wijze tegemoet te treden. Als voorbeeld noemde zij het project in ontwikkeling van Rotterdamse Munt in Rotterdam-Zuid. Hier staat het kweken van verse kruiden voor de lokale horeca centraal. Het vergroot de zelfredzaamheid van de vrouwen die aan het project deelnemen (met de mogelijkheid een MBO-certificaat te halen) en is een positieve gebiedspromotie.
Ook het project van Vestia in Schiebroek-Zuid is een mooi voorbeeld van de kansen die stadslandbouw biedt.

Van volkstuin tot stadslandbouw
Na Ingrid Ackermans kwam Kees van Oorschot aan het woord. Hij is werkzaam bij de gemeente Rotterdam en heeft in die functie veel te maken met stadslandbouwinitiatieven. De ouderwetse volkstuin kan gezien worden als de voorloper van wat we nu stadslandbouw noemen. Stadslandbouw is niet door de gemeente verzonnen. Initiatieven komen van bewoners zelf; de gemeente faciliteert slechts. Zij kan braakliggende terreinen een (tijdelijke) andere bestemming geven en zorgen voor vergunningen.
Er zijn een aantal samenhangende takken te onderscheiden.
- commerciële (boeren)bedrijven buiten de stad die aan de stad leveren;
- commerciële stadslandbouwbedrijven in de stad (Uit je eigen stad);
- sociaal-commerciële initiatieven (voedselbanktuinen; moestuin Pompenburg met verslaafdenzorg); - particuliere initiatieven (in samenwerking met b.v. woningcorporaties).
Stadslandbouw brengt voor een gemeente een aantal zaken mee die aandacht nodig hebben. Daarbij kunnen we denken aan wet- en regelgeving (het houden van dieren; voedselveiligheid om maar eens wat voorbeelden te noemen). Verder spelen pachtcontracten een rol en moeten bestemmingsplannen worden aangepast.

Maatschappelijk kosten en baten
De derde spreker, Jan van der Schans, is voormalig directeur bijzondere projecten bij Havensteder en verbonden aan Eetbaar Rotterdam. Waar Kees van Oorschot wees op de volkstuinen als voorloper van stadslandbouw, ging Jan van der Schans nog iets verder terug in de tijd door te wijzen op initiatieven als tuindorp Vreewijk uit het begin van de 20ste eeuw. Arbeiders die uit Brabant en Zeeland afkomstig waren verbouwden bij hun huis groente en fruit. Dat werd destijds heel gewoon gevonden.
Stadslandbouw biedt tegenwoordig kansen door het benutten van braakliggende gronden, placemaking en creatief beheer. Het Dakpark in Delfshaven is van dat laatste een goed voorbeeld. Om de waarde van projecten te bepalen is het belangrijk om te kijken naar de kosten en baten. Een woningcorporatie die een stadslandbouwproject ondersteunt zorgt op die manier ook voor een prettige woonomgeving en tevreden huurders. Deze huurders zullen minder snel verhuizen en dat scheelt de corporatie geld dat zij anders kwijt is aan leegstand. Door toepassing van de TEEB-methode (The Economics of Ecosystems and Biodiversity) kan men een batenberekening maken en op die manier de maatschappelijke baten van welzijn voor de buurt, gezondheid van mensen, educatieve aspecten, werkgelegenheid etc. in kaart brengen.

Bestuurlijke betrokkenheid als voorwaarde
De informatieve middag werd door dagvoorzitter Ed Gloudi afgesloten met een plenaire discussie waarin een aantal vragen centraal stond:
- welke rol kan stadslandbouw vervullen in buurten en wijken?
- wat zijn de mogelijkheden van stadslandbouw?
- aan welke basisvoorwaarden moet voldaan zijn voor een geslaagd project?
- hoe schep je die voorwaarden?
- wat kan een (deel)gemeente doen om stadslandbouw te faciliteren?
- hoe betrek je burgers, woningbouwverenigingen en andere organisaties?

Een aantal vragen waren (deels) al beantwoord door de drie sprekers. Terloops was ook al ter sprake gekomen dat stadslandbouw een positieve impuls kan betekenen voor de sociale cohesie in een buurt.
Karen Bebelaar (portefeuillehouder buitenruimte in de deelgemeente Delfshaven) legde hier met name de nadruk op. Bovendien draag je als bestuurder uit dat de openbare ruimte er voor iedereen is. Kinderen maken door stadslandbouw kennis met natuur en voedsel.
Op de vraag of dit soort projecten veel kosten was het antwoord ontkennend. Het is vooral een kwestie van ambtelijke inzet en afgifte van vergunningen. Helaas staat met name de ambtelijke inzet vanwege de bezuinigingen en inkrimpingen nogal onder druk.
Het is ook van groot belang dat de filosofie van de stadslandbouw daadwerkelijk gedragen wordt door de beleidsmakers. Kees van Oorschot noemt het enthousiasme van wethouder Alexandra van Huffelen aanstekelijk en erg belangrijk voor de ontwikkeling in Rotterdam. Ed Gloudi wijst op de situatie in Schiedam waar eveneens veel enthousiasme bestaat voor stadslandbouw.
Algemeen was men van oordeel dat bestuurlijke betrokkenheid van doorslaggevend belang is.
Tenslotte concludeerden de aanwezigen dat de opgave vooral is om (deel)gemeenteraden en bevolking te overtuigen dat het lokaal belangrijk is deze initiatieven te stimuleren en faciliteren. Daarbij moet het ook duidelijk zijn dat stadslandbouw onderdeel uitmaakt van een groter verhaal, n.l. vergroening van de economie en nadruk op duurzaamheid.