Na als Raad geïnformeerd te zijn over de stand van zaken met betrekking tot de situatie bij Odfjell maakt Kees Borsboom gebruik van het rondje ‘Mondelinge vragenronde raadsleden’ voorafgaand aan de Raad van afgelopen donderdag 8 maart. GroenLinks is verbaasd dat de controle zo lang, zo slecht werd uitgevoerd, en dat er vergunning aan het bedrijf werd verleend. En: ook al wordt de situatie bij Odfjell nu bestempeld als ‘beheersbaar’, hoe veilig zijn eigenlijk de andere bedrijven? Burgemeester Bruinsma reageert aansluitend.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Kees Borsboom (GroenLinks) tijdens ‘Mondelinge vragenronde raadsleden’
8 maart 2012
Voorzitter,
Dank voor de verstrekte informatie van zowel 2 maart (PDF) als vandaag 8 maart (PDF).
Ik wist niet dat de verslagen al binnen 24 uur kunnen worden goedgekeurd en verspreidt.
Voorzitter, wij hebben iets gemeen met elkaar, en als ik zeg wij bedoel ik uiteraard de fractie van GroenLinks en u. Wij bekommeren ons om de veiligheid van de burgers in Vlaardingen en de wijde omgevingen u gaat daarover.
Wij maken ons ernstige zorgen om de industriële veiligheid, de veiligheid voor burgers en uiteraard ook voor de dieren, zoals genoemd in de nota dierenwelzijn.
Het gevoerde overleg is voor u bevredigend verlopen.
U schrijft dat over veiligheid niet te onderhandelen valt, terecht denken wij.
1. Maar voorzitter, als er al vanaf 2002 onregelmatigheden zijn, waarom dan pas nu ingrijpen?
2. U schrijft ook dat het bedrijf geen structurele aanpak heeft bij calamiteiten.
Hoe is het dan anno 2012 mogelijk om vergunning te krijgen?
3. Wordt de druk van de pers en politici te hoog en dient er daadkrachtig te worden
opgetreden?
U schrijft, en dat stelt ons enigszins gerust, dat de situatie nu beheersbaar is, voorzitter, dus al die jaren vanaf 2002 was deze dus onbeheersbaar.
Voorzitter, de burgers van Vlaardingen hebben u dus 10 jaar geleden gekozen en u in een gebied laten wonen waarbij de situatie onbeheersbaar is geweest.
Eigenlijk onverantwoordelijk dus.
Naast de al gestelde vragen heb ik nog het volgende:
4. Hoe is de situatie bij andere bedrijven, wordt u periodiek door DCMR
geïnformeerd?
5. Bespeurt u ook een kwaliteitsverbetering in de loop der jaren?
6. Bent u bereid om bij de provincie te pleiten om een grotere buffer aan te
houden tussen dit soort bedrijven en het woongebied van de burgers?
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Reactie burgemeester Bruinsma (woordelijk)
Eigenlijk is het zo dat wij tot nu toe informatie hebben gehad over de situatie bij Odfjell langs een aantal wegen, wij hebben geprobeerd u daarover zo goed mogelijk daarover te informeren. Die wegen zijn gegeven door de verantwoordelijk wethouder in Rotterdam (want het bedrijf ligt in Rotterdam, zij is de eerst verantwoordelijke milieuwethouder): de DCMR - dat is onze organisatie, daar betalen we veel geld aan - die dat moet controleren, en tenslotte de vergunning, is een kwestie van de provincie, dat is in dit geval de gedeputeerde Rik Jansen die daar over gaat.
Voor zover het binnen onze mogelijkheden lag hebben wij geprobeerd de afgelopen periode, toen het bedrijf nadrukkelijk in het nieuws kwam, in opspraak kwam, zo goed mogelijk na te gaan: doet iedereen nu wat ‘ie moet doen en gaat dat allemaal een beetje correct?
Gelet op het feit dat, ik doe het even uit m’n hoofd, maar ik schat het bedrijf zo’n 1300 meter van de grens van de gemeente Vlaardingen af ligt aan de overkant en het meestal, 90% van het jaar, zuidwesten wind is. Dus als er iets gebeurt, als er iets lekt, als er ergens iets ontsnapt dan is de kans heel groot dat dit over Vlaardingen waait.
Op enig moment hebben wij, laat ik daar dan beginnen, een overleg gehad binnen de veiligheidsregio waarbij collega uit Maassluis, Koos Karssen en ik nog eens aandacht gevraagd hebben van de veiligheidsregio over de stand van zaken bij dit bedrijf. Toen bleek dat wij daar niet de enige in waren hebben we dat verbreed naar alle burgemeesters in de directe omgeving, alle wethouders in de directe omgeving, directie van de veiligheid, directie van de DCMR en de gedeputeerde.
Dat overleg heeft afgelopen woensdag plaatsgevonden.
Het verslag waar u, geloof ik, uit citeert is eigenlijk datgene dat heeft u vandaag van mij gekregen, dat is vandaag akkoord bevonden door alle direct betrokken bij dat overleg, dat is eigenlijk een verslag van de stand van zaken op dit moment bij het bedrijf door al die personen.
Wat kun je nu zeggen van het bedrijf? Ik denk, voor zover ik het goed begrepen heb, dat het gaat om een wat ouder bedrijf, dat in het verleden onderdeel is geweest van Vopak, Pakhoed en Van Ommeren, later gevormd tot Vopak en dit bedrijf is afgestoten en een andere tak.
Je zou kunnen zeggen dat eigenlijk, dat is mijn diagnose, het bedrijf door de jaren heen structureel te weinig aandacht heeft besteed aan veiligheidssituaties. Er zijn regelmatig controles geweest, er waren ook wel eens incidenten, maar je kunt niet zeggen dat dit structureel het geval was.
Toch, terugkijkend, kun je zeggen dat met name vanaf 2008 er een toename heeft plaatsgevonden van incidenten. Dat heeft er toen ook toe geleid dat de directeur die daar destijds leiding aan heeft geven ontslagen is en de nieuwe directie, onder leiding van de heer Geert Eijsing, is in ongeveer 2010 aangetreden.
Er was achterstand, ze hebben toen het voordeel van de twijfel gekregen en dat ging ook, volgens de DCMR, de goede kant uit.
Wat niet goed is gegaan, en dat is denk ik wel het springende punt geweest, is dat op enig moment een medewerker, soms gaat dat zo, een soort klokkenluider, is geweest die aangegeven heeft dat het bedrijf een stof, in dit geval is het butaangas als ik me niet vergis, kwijt was, dat is verdwenen in de lucht, opgevlogen. Als dat met dat soort stoffen gebeurt, en niet alleen met dat soort stoffen, dan moet je dat melden bij het Centraal Informatie Nummer, het CIN-nummer bij de DCMR en die stelt dan een onderzoek in. En alle bedrijven die in dit kwetsbare gebied aan de overkant, maar ook voor een deel aan deze kant van de haven gevestigd zijn, weten dat en ook dat ze dat nummer moeten bellen. En daar is eigenlijk het probleem begonnen: het bedrijf heeft dat niet gemeld en op het moment dat je het niet meld kom je ook in de verkeerde hoek terecht.
Vanaf dat moment is het bedrijf beter gecontroleerd. Men is er bovenop gaan zitten en toen bleek dat er wel achterstand was in veiligheid.
Die achterstand zit voor een deel in het leidingensysteem van het bedrijf en voor een deel in de, ja hoe moet ik dat zeggen, in de genen van de mens.
Als je een veilig bedrijf wilt zijn dan moet je ervoor zorgen dat iedereen, elke werknemer, elk radertje op zijn beurt zich realiseert wat hij of zij bijdraagt aan de veiligheid van het bedrijf als het gaat om helmen, als het gaat om veiligheidskleding, nou ja, u kunt het wel bedenken.
En dát is duidelijk achtergebleven. Dat betekent dus ook dat het bedrijf het heel moeilijk zal krijgen om op een snelle manier, op een korte termijn dat te verbeteren. Want ja, je verbeterd niet, door het omdraaien van een knop, of door achterstallig onderhoud, zomaar ineens de gedragslijn van medewerkers. Dus dat gaat tijd kosten.
Vastgesteld is dat dit nu wel nadrukkelijk is ingezet. De aandeelhouder en de externe financiers hebben besloten om héél veel geld te investeren in het achterstallig onderhoud, dat wordt nu dan ook aangepakt.
Ik moet afgaan op het oordeel van de deskundigen. De deskundigen, DCMR, de Provincie, anderen die daar gekeken hebben, gecontroleerd hebben, zeggen dat de situatie beheersbaar is. Dat is ook de tekst die u net aanhaalde. Daar moeten wij het dan mee doen.
In de Kamer, in het Algemeen Overleg met de staatssecretaris Atsma, is nog aangegeven dat men vindt dat er harder opgetreden moet worden, dat er ook hogere boetes moeten worden betaald. Maar dat is maar een deel van de waarheid.
Wat nu gebeurd is dat bijvoorbeeld het bedrijf die onderdelen - het gaat om een verdampingsinstallatie, ’t is te technisch om dat uit te leggen maar het is een bepaald procedé – niet goed onder controle heeft. Dat betekent dat die hele installatie buiten werking is gesteld. Dat betekent dat het bedrijf de productie van die stof op dit moment niet kan maken. Dat kost hen een veelvoud van de boetes, van tussen de vijftig- en honderdduizend euro, die nu zijn uitgedeeld.
Dus het verhogen van de boetes is maar een deel van wat er speelt. Een minstens zo groot deel is dat onderdelen van het bedrijf die nu niet op orde zijn gesloten zijn.
Ik denk dat de conclusie die hier staat, namelijk dat, ook door de publieke opinie, ook door uitzending van Een Vandaag, en alles wat er mee samenhangt, het bedrijf nu echt een vergrootglas op zich heeft gekregen. Er wordt eigenlijk permanent gecontroleerd. Ik geloof dat u dat ook zei: langzamerhand moeten we meer kijken naar de andere bedrijven dan naar dit bedrijf als het gaat om die controles, maar goed.
Zij hebben het niet goed gedaan. Zij hebben achterstand opgelopen. Wij hebben dat denk ik niet goed genoeg door gehad. In die zin kun je zeggen hadden we daar ook wel eerder over mogen worden bericht door de daarvoor bevoegde instanties. Uiteindelijk is dat nu wel gebeurd, met het gevolg dat eigenlijk die hele sector daar enorm veel last van heeft, tot en met bedrijven die als zodanig wel als heel betrouwbaar bekend staan, Shell, Esso, Mobile en noemt u ze maar op. Argos Oil, dat is er nog zo een. Die hebben natuurlijk last van het feit dat ze nu een bedrijf in deze haven hebben dat zó onder een vergrootglas ligt en bijna elke dag negatief in het nieuws is.
Dat is wat ik u ervan kan zeggen.
Ik nodig u eigenlijk nu bij deze, niet alleen u maar de hele Raad, uit om in te gaan op een uitnodiging van het bedrijf. Ik heb de directeur/directie uitgebreid gesproken bij de werkgroep Hinder & Veilig, daar was hij uitgenodigd. Daar zitten allerlei bewoners in, dat weet u misschien. Het is een soort burenraad van Shell, maar dan een burenraad van Vlaardingen. Een aantal jaren geleden heb ik die werkgroep opgericht om breed te kijken naar de veiligheidsaspecten in Vlaardingen. Ik probeer daar altijd bij aanwezig te zijn bij die vergaderingen. Hebben toen opgetreden toen Norfolk problemen had met bromtonen.
Die groep daar is de directie geweest, is uitgebreid verteld wat er aan de hand is en wat zij nog allemaal moeten doen. Die hebben daar ook weer opnieuw gezegd: “Kom eens langs, kom eens kijken, zodat wij iets kunnen vertellen van hoe het er nu aan toe gaat in het bedrijf.“
Ik denk dat het verstandig is dat we dat doen. Wat mij betreft moeten we daar ook niet te lang mee wachten. Combineren we dat met de leden van de werkgroep Hinder & Veilig die al uitgebreid over het bedrijf hebben gesproken. En als u zegt “we willen daar ook eens de DMCR bij hebben die daar vanaf het begin bij zijn betrokken” kunnen we dat natuurlijk regelen.
Daar wil ik het maar even bij laten.
Aanvullende vraag van Kees Borsboom (GroenLinks) (niet woordelijk)
Mag ik ervan uitgaan dat u regelmatig op de hoogte gehouden worden door de DCMR wat betreft de situatie bij andere bedrijven?
DCMR weet nl. al vanaf 2008 dat de situatie zorgelijk is, maar het heeft vier jaar moeten duren voordat de problemen naar buiten komen.
Ik ben zo bang dat er bij andere bedrijven ook problemen zijn waar bij ook pas vier jaar later dat voor het voetlicht komt.
Reactie burgemeester Bruinsma (niet woordelijk)
Ik heb een beetje een bevoorrechte positie want ik neem namens alle burgemeesters deel aan het overleg met de zeehavenpolitie en ik krijg elke keer een overzicht van alle CIN-meldingen van alle bedrijven. Waarbij u bij ‘meldingen’ moet denken aan álle meldingen, dus bv. ook een verkeerd gemonteerd stopcontact. Er zijn dus grote en kleine meldingen.
Maar als je een grote hoeveelheid, tonnen, giftig gas laat ontsnappen en dát niet meldt dat is ècht problematisch! De milieuofficier van justitie zit ook bij dit overleg. Het niet-melden van Odfjell is ook nog steeds onderwerp van strafrechtelijk onderzoek.
Ik heb dus zicht op alle meldingen. Binnen de veiligheidsregio ben ik samen met de DCMR bezig om een overzicht van al deze meldingen te groeperen voor alle gemeentes. Deze informatie kunnen in overleg met de bedrijven door de burgemeesters op tafel worden gelegd.