GroenLinks maakt zich na publicaties van een onderzoek zorgen om de hoeveelheid fijnstof rondom scholen. Uitlaatgassen veroorzaken dit fijnstof waar kinderen extra gevoelig voor zijn. Ondanks deze kennis worden er nog altijd basisscholen in de buurt van drukke wegen gebouwd. In Nederland hebben 60.000 schoolkinderen last. Hoe is de situatie in Vlaardingen? GroenLinks stelt het college vragen ex. Artikel 36*.

Op 8 februari 2011 bood het Astma Fonds hierover aan de Tweede Kamer een petitie aan.

 
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 
Vlaardingen, 9 februari  2011

 
Betreft: Artikel 36 vragen stadsontwikkeling/verkeer

 
Aan het College van Burgemeester en Wethouders,

Uit onderzoek van het Astmafonds is gebleken dat er 60.000 schoolkinderen last hebben van fijn stof problemen. De scholen zijn gelegen nabij snelwegen en provinciale wegen.

De GroenLinks fractie heeft de volgende vragen:

  1. Heeft u kennis genomen van deze publicaties?
  2. Heeft u metingen verricht inzake het buitenklimaat rondom scholen in Vlaardingen?
          (Vlaardingen kent immers wel drukke doorgaande wegen waaraan scholen gelegen zijn.)
  3. Bent u bereid om de metingen aan de raad en burgers ter kennisname te sturen?
  4. Kunt u aangeven welke wettelijke criteria van toepassing zijn?
          Dé deskundigen op dit terrein de G.G.D. hanteert andere normen dan de wettelijke.
  5. Hanteert u bij nieuwbouw de G.G.D. normen of de wettelijke normen?
  6. Bent u bereid om de strengere normen volgens de G.G.D. toe te passen bij nieuwbouw
          en reconstructies waar in de directe omgeving burgers verblijven?
  7. Bent u het met de fractie van GroenLinks eens dat de uitstoot van fijn stof moet worden
          teruggedrongen?
  8. Kunt u aangeven welke concrete maatregelen er op dit moment door u worden
          genomen?


Met vriendelijke groet,
Fractie GroenLinks
Kees Borsboom

 
*) Wat zijn "Vragen ex art 36 Reglement van Orde"?
Dit artikel uit de gemeentewet biedt een individueel raadslid de mogelijkheid het college of de burgemeester vragen te stellen. Meestal gaat het om vragen met een zeker 'politiek'gewicht'.
Beantwoording gebeurt door het college van burgemeester en wethouders. Daar heeft het college 30 dagen de tijd voor. De college- en raadsleden en de pers worden over deze vragen geïnformeerd.