In december 2010 had de fractie van GroenLinks vragen ex. art. 36 gesteld over fundamentele wijzigingen in de plannen rond het natuurkerngebied in de Broekpolder. Wijzigingen die van grote invloed zijn op de ontwikkeling van het landschap en de biodiversiteit van het gebied. Ook het feit dat de Federatie Broekpolder niet betrokken was bij deze verandering was aanleiding tot het stellen van deze vragen.

Op deze vragen hebben wij niet of onvoldoende antwoorden (zie onder download) gekregen. Vervolgvragen zijn daarom nodig.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Aan het college van burgemeester en wethouders

Vlaardingen, 21 januari 2011

Betreft:  Aanvullende vragen ex art. 36 betreffende het natuurkerngebied in de
               Broekpolder

 
Geacht college,

Met teleurstelling en verbazing hebben wij kennis genomen van uw antwoorden op de door ons gestelde ex  art.36 vragen betreffende wijzigingen in de plannen rond het natuurkerngebied in de Broekpolder. Uw antwoorden zijn teleurstellend omdat ze onvoldoende of zelfs helemaal geen antwoord geven op de door ons gestelde vragen. Ook zijn wij verbaasd: is het college werkelijk zo slecht op  de hoogte geweest van alle plannen, discussies en bijeenkomsten  rond de inzet van grazers in de Broekpolder?

U heeft in het voorjaar 2010 bureau Stroming ingehuurd als adviseur ontwikkeling natuurkerngebied, in de persoon van Gerard Litjens.  In overleg met verschillende ambtenaren van de gemeente zijn de plannen opgesteld en onderbouwd, gebaseerd op cijfers van de gemeente over bestaande beheerskosten. De beheersbaarheid van deze kosten was geen punt van discussie. Dat is terug te vinden in  diverse verslagen en de mailcorrespondentie . Overigens was de heer Litjens in die gesprekken aanwezig als opdrachtnemer van de gemeente Vlaardingen en niet als vertegenwoordiger van de Federatie Broekpolder. De Federatie heeft haar eigen overlegstructuur met de gemeente. 

Op enig moment is er contact geweest met de betreffende ambtenaren en de heer Litjens over het advies aan het college. Zonder overleg met de adviseur en de projectleider is nadien een stuk aan het college aangeboden, dat op een essentieel onderdeel, de grazers, afwijkt van het eerder overeengekomen advies.
U spreekt voortdurend over experimenteren met beheersvormen en de bijkomende financiële risico’s.  Voor Vlaardingen is de inzet van grazers wellicht een ‘groot’ experiment. In verschillende gebieden in het land worden deze dieren al lange tijd met succes ingezet, in samenwerking met zeer ervaren organisaties.

Wellicht is het u ook ontgaan dat er naast beheerskosten ook besparingen op het beheer zijn, zoals minder maaien door begrazing door de runderen en geen inzet van schapen.
Uw besluit dient goed onderbouwd te zijn en niet alleen te verwijzen naar mogelijke financiële risico’s, die voor ons niet aangetoond zijn.

In het licht van deze overwegingen stellen we u de volgende aanvullende vragen:

  1. Waarom is het plan betreffende de grazers  ineens (binnen een paar dagen)fundamenteel gewijzigd ten gunste van het huidige maai- en schapenbeheer?  Welk advies, van wie heeft daaraan ten grondslag gelegen 


  2. Waarom is daarover geen overleg geweest met het bestuur van de Federatie Broekpolder?


  3. Het was u niet bekend dat er onderzoek heeft plaatsgevonden naar de effectiviteit van de grote grazers.(antwoord op vraag 1) Toch is dit onderwerp in diverse gesprekken aan de orde geweest, het geen u ook vermeldt in uw antwoord op vraag 2. Kunt u de discrepantie tussen beide antwoorden verklaren?


  4. De beheerskosten voor de inzet van grote grazers bedragen maximaal circa 25.000 Euro per jaar. De financiële voordelen zijn  volgens u niet haalbaar (antwoord 5). Waarop baseert u deze mening? Kunt u dit aantonen met cijfers?


  5. Wat bedoelt u met overige beheersrisico’s (antwoord 5)? Graag enige uitleg en cijfers.


  6. Kunt u uitleggen waarom u voortdurend spreekt over risico’s en experimenten alsof de effectiviteit van inzet van deze runderen niet al her en der in het land is bewezen?


  7. De financiën ten aanzien van de Broekpolder zijn sinds de Voorjaarsnota al aanzienlijk teruggeschroefd. Nu wordt weer een essentieel onderdeel van een van de plannen geschrapt. Graag willen we van u weten of u nog wel achter het door de Raad goedgekeurde plan staat, het Integrale Inrichtingsplan Broekpolder(IIB). Of moeten we de komende jaren vrezen voor meer van dit soort exercities?


  8. Tot slot: over financiële risico’s gesproken: Het gaat hierom een relatief klein bedrag. Je krijgt veel voor weinig. Wat is de overweging om zo ‘moeilijk te doen”over dit bedrag, terwijl er in de begroting 2011 veel posten zijn opgenomen, die een veel groter financieel risico met zich meebrengen?


 
Wij zien uw antwoorden met belangstelling tegemoet.

 
Namens de GroenLinks fractie,
Hermine Koning,
Kees Borsboom.