Woensdag 31 december demonstreerden ongeveer tweeduizend mensen op het Plein voor de Tweede Kamer en bij de ambassades van Amerika en Israël. De demonstratie werd georganiseerd door verschillende maatschappelijke en studentenorganisaties. Bestuurslid van het Nederlands Palestina Komitee, Benji de Levie was één van de sprekers - hieronder zijn tekst.
------------------------------------------------------------------
Wij staan hier, lieve vriendinnen, beste vrienden van Palestina, met zo velen omdat ons bloed kolkt van woede, wij onze solidariteit met het Palestijnse volk tot uitdrukking willen brengen en geen genoegen nemen met de internationale reacties, inclusief of met name de Nederlandse, op de moordaanslagen van Israël op Gaza.
Net zoals we aanstaande zaterdagmiddag met nog meer mensen bijeen zullen komen op het museumplein in Amsterdam en de afgelopen en komende dagen in tal van andere steden. In Nederland, in Europa, in de Arabische wereld, overal. Zoals nu ook op dit moment ook Brussel.
Hetzelfde Brussel dat de hoofdstad is van de EU, waarvan de ministers van buitenlandse zaken gisteravond weer eens een slappe verklaring uitgaven zonder een enkele veroordeling van de agressor, Israël.
Woedend zijn wij uiteraard op Israël, maar ook op onze eigen regeringen. Maar verbaasd kunnen we helaas nauwelijks meer zijn.
Nog maar een paar weken geleden gaven diezelfde 27 EU-ministers het groene licht voor de opwaardering van het associatieverdrag met Israël – ondanks protesten van velen, ondanks de tegenstem van het Europese Parlement, en ondanks het feit dat Israël zich niet had gehouden aan de voorwaarden verbonden aan het associatieverdrag zelf.
Iets meer dan een half jaar geleden stonden velen van ons op de dam om zestig jaar Nakba te herdenken. Zestig jaar rampspoed nadat Israël in 1948 een zionistiese staat had uitgeroepen op Palestijns grondgebied, duizenden doodde en honderdduizenden Palestijnen van huis en haard verdreef. Vluchtelingen die nu, met hun kinderen en kleinkinderen verspreid zijn over de hele wereld of vaak nog leven in kampen in Libanon, Syrië of Gaza.
Ibrahim al Baz zal straks, als we in de buurt van de Israëliese ambassade staan, meer vertellen over de zestig jaar Nakba, de zestig jaar bezetting van Palestina.
Maar het is goed om ons ook nu te realiseren dat de terreur tegen Gaza geen incident is dat, letterlijk, uit de lucht komt vallen, maar een stap verder is in het continue zionistiese project: zoveel mogelijk Palestijns land met zo min mogelijk Palestijnen.
Een project van etniese zuivering, een racistisch project.
Een project dat kon blijven voortduren door de steun vanuit vooral het westen – soms uitgesproken, soms stilzwijgend.
Wij zullen –anders dan onze regering- niet vergeten dat Israël bijna zestig jaar geleden slechts lid kon worden van de vn onder voorwaarde van acceptatie van alle relevante resoluties – en dat resolutie 191, het recht op terugkeer van de vluchtelingen nog steeds een dode letter is.
Wij zullen –anders dan onze regering- niet vergeten dat resolutie 242 Israël opriep alle in 1967 bezette gebieden te verlaten en dat er sinds Oslo slechts gesproken wordt over gedeeltelijke terugtrekking, enclaves, pseudo zelfstandigheid
Wij zullen –anders dan onze regering-niet vergeten dat hier in Den Haag het Internationale Hof van Justitie klip en klaar oordeelde dat de apartheidsmuur illegaal was –een uitspraak bevestigd door de algemene vergadering van de VN – en de muur sindsdien alleen maar langer wordt
Wij zullen –anders dan onze regering- niet vergeten dat alle nederzettingen volgens internationaal recht illegaal zijn, maar ze alleen maar uitgebreid worden.
Enz. enz. enz.
Zoals Mahmoud Darwish, de overgetelijke Palestijnse poeet zei: alles wat jullie ons volk hebben aangedaan staat gegrift in de geschriften en wordt niet vergeten.
Het is onze taak –die van elk van ons hier- om het verleden niet te vergeten; om onze vrienden, kennissen, collega’s én regering en parlement eraan te blijven herinneren dat de oorlog om Palestina niet op 19 december 2008 is begonnen toen Hamas het bestand met Israël niet verlengde.
Waarschijnlijk ook niet kón verlengen. Omdat er een keuze moest worden gemaakt tussen verkommeren onder de Israëlische belegering of proberen de impasse te doorbreken.
Want wie trok precies een maand voor het einde van het bestand Gaza binnen en vernietigde de tunnels naar Egypte, essentieel om het volk te behoeden voor gebrek aan voedsel, medicamenten, brandstof??
Wie zorgde voor de vernietiging van de economie in Gaza en het dichtgooien van de grenzen, zodat er nauwelijks iets geproduceerd en nog minder geimporteerd kon worden?
De Israëlische kolonisator.
En de wereld zweeg.
Helaas niet alleen de westerse regeringen.
Abu Mazen, de gekozen president van Palestijnse nationale autoriteit, trok zijn quisling pak aan en sprak dezelfde collaborerende woorden als zijn europese collega's: Hamas heeft de agressie uitgelokt door het bestand niet te verlengen.
En Egypte, en Jordanie, Syrie de rest van de arabische wereld? Althans hun leiders! Nog nooit heeft een arabisch staatshoofd zich onomwonden geheel solidair getoond met de Palestijnen – binnenlandse belangen zijn leidend. Zusterorganisaties van Hamas in de oppositie betekent geen steun aan de bevolking van Gaza.
Sterker nog: voordat de bombardementen van Israël op Gaza begonnen bezocht livni de Israëlische minister van buitenlandse zaken moebarak en informeerde hem en jordanie!
Waar hebben wij dit meer gezien?
In de zomer van 2006, de oorlog in Libanon. Toen tegen hezbollah; en ook toen werd de beweging die zich verzette tegen de Israëliese overheersing afgeschilderd als de agressor. En Amerika, de eu, nederland, maar ook arabiese leiders geen hand uitstaken. Ook toen werden de enorme aantallen burgerslachtoffers van de isrelische agressie afgedaan als collatoral dammage, en het verzet als terrorrisme.
Terrorrisme, schreef Nir Rosen [Iraans/Amerikaans journalist - red.] maandag in the Guardian, is een normatieve term en geen beschrijvend concept. Een leeg woord dat alles, maar ook niets betekent en altijd gebruikt wordt om te beschrijven wat de ander doet – nooit wat we zelf doen. De machtigen, of het nu Israël betreft, of Amerika, Rusland of China, zullen altijd de strijd van hun slachtoffers beschrijven als terrorrisme; maar nooit de vernietiging van Tjetsenië, de etniese zuivering en verwoesting van Palestina, de bezetting van Irak, Afghanistan of Tibet, met alle tienduizenden burgerdoden.
Normatieve regels worden bepaald door machtsrelaties. Macht bepaalt wat legaal is en wat illegaal.
Wat proportioneel geweld is of 'collaterol dammage'.
Maar wie welk gebouw dan ook bombardeert in een gebied waar 5000 mensen wonen op een vierkante kilometer pleegt een misdaad bij elke standaard. Die kan niet eens burgers ontzien. Die pleegt moord met voorbedachten rade.
Wie dat niet veroordeeld, onomwonden en met sancties, is medeplichtig, meneer Verhagen!
En wij?
Wat kunnen wij doen?
Hier staan en onze solidariteit betuigen.
Zaterdagmiddag datzelfde doen op het museumplein in Amsterdam en vrijdagavond in Rotterdam en andere plaatsen.
Steeds meer en steeds weer druk uitoefenen op onze regering en ons parlement,dat wij zelf hebben gekozen en waarvoor we zelf verantwoordelijk zijn. Werkelijk iets te doen al zou het vandaag slechts het bevriezen van het associatieakkoord met Israël zijn.
En zelf?
Waar de Palestijnse economie is vernietigd, zullen we de Israëlische treffen: we kopen geen Israëliese produkten meer, en doen straks geen boodschappen meer waar die wel te koop zijn.
Waar universioteiten gebombardeerd worden en de Israëliese akademiese elite de mond houdt, snijden we alle wetenschappelijke en akademiese banden met dat land door.
Waar de kunstensector zwijgt en sporters onbekommerd doorspelen, gaan wij voor een volledige culturele en sportboycot.
Alleen samen kunnen we iets doen voor onze Palestijnse vrienden.
En dat zullen we dan ook.
Vriendinnen, vrienden, wij hebben één antwoord: wij zijn solidair! Palestina vrij!