Op 26 april 2018 vond bij de Raad van State voor de tweede keer een zitting plaats over het Tracébesluit voor de Blankenburg-tunnel. De zitting ging over de wijzigingen in het Tracébesluit die de minister van Infrastructuur & Waterstaat in het najaar van 2017 doorvoerde. Advocaten van het ministerie van Infrastructuur en Auke Wouda namens de beroepspartijen (o.a. de Midden-Delfland Vereniging) werden ruim drie uur bevraagd door de leden van de RvS.

Conclusie

Uiteindelijk zal de Raad van State uitspraak moeten doen of de Blankenburgverbinding er mag komen en zo ja welke maatregelen er genomen moeten worden om de effecten op natuur, landschap en milieu zo klein mogelijk te laten zijn. Het is in eerste instantie belangrijk of de Raad van State van mening is dat de wijzigingen in het tracébesluit zorgvuldig, voldoende en het mogelijk maken om de PAS te omzeilen. Wanneer dit namelijk niet het geval is loopt de aanleg Blankenburgverbinding op zijn minst forse vertraging op, wie weet komt er zelfs van uitstel afstel. Het laatste woord is in ieder geval nog niet over de Blankenburgtunnel gesproken.

De Raad van State zal naar verwachting binnen twee tot vier maanden uitspraak doen of de Blankenburgverbinding er mag komen, en zo ja, welke maatregelen er genomen moeten worden om de effecten op natuur, landschap en milieu zo klein mogelijk te laten zijn. De zaak gaat over de uitstoot van Stikstof en over de vraag of de aanleg van de tunnel Natura 2000-gebieden mag aantasten.

De aanleg van het Blankenburgtracé zorgt voor neerslag van stikstof in zogenoemde Natura 2000-gebieden. Deze gebieden zijn als beschermd aangewezen onder de Europese Vogelrichtlijn en onder de Habitatrichtlijn. Het doel is om diersoorten en hun natuurlijke leefomgeving te beschermen en om biodiversiteit te behouden. De gebieden zijn onderdeel van een beschermd Europees netwerk aan natuurgebieden en mogen alleen onder een “dwingende reden van groot openbaar belang” aangetast worden. Het is de vraag of dit het geval is voor de aanleg van de Blankenburgtunnel.

De minister heeft wijzigingen aangebracht in het Tracébesluit. Zo wil de minister de schade die door een toename van stikstof aan beschermde natuur als gevolg van de weg compenseren buiten het landelijke programma wat hiervoor bedoeld is.

De zogenoemde Programmatische Aanpak Stikstof(PAS). Dit programma koppelt maatregelen die zorgen voor een toename van stikstof aan maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de hoeveelheid stikstof op termijn wordt teruggedrongen. Of het PAS juridisch houdbaar is ligt op dit moment ter beoordeling voor bij het Europese Hof van Justitie.

De minister wil voorkomen dat de Blankenburgtunnel vertraging oploopt. Een aantal maanden geleden heeft ze het Tracébesluit van de Blankenburgtunnel hiervoor gewijzigd. De wijziging houdt in dat de negatieve gevolgen voor de natuur door een toename van de stikstof via het Tracébesluit zélf gecompenseerd worden. Daardoor hoeft de PAS niet meer gebruikt te worden en hoeft er dus ook niet gewacht te worden op de antwoorden van het Europees Hof van Justitie.

De wijziging van het Tracébesluit Blankenburgtunnel schiet volgens de Midden-Delfland Vereniging, Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH), Natuurmonumenten en diverse lokale natuur- en bewonersorganisaties tekort. Gegevens die de wijzigingen moeten onderbouwen ontbreken. (Lees HIER de volledige reactie van de organisaties.)

Bezwaren:
Bij de compensatiemaatregelen binnen het gewijzigde tracébesluit hebben natuur- en milieuorganisaties de volgende twijfels en bezwaren:

  • de mogelijke negatieve effecten op een aantal Natura 2000-gebieden zijn ten onrechte buiten beschouwing gelaten;

  • aantasting van Natura 2000-gebieden mag alleen plaatsvinden als er sprake is van een dwingende reden van openbaar belang. Volgens de NMZH, Natuurmonumenten en diverse lokale natuur- en bewonersorganisaties voldoet het gewijzigde Tracébesluit van de Blankenburgtunnel daar niet aan;

  • er wordt te makkelijk overgegaan op compensatie van aangetaste natuur, terwijl er ingezet zou moeten worden op het voorkomen van aantasting.

De zitting van 26 april jongstleden
De wijzigingen in het tracébesluit zijn niet ter inzage gelegd alvorens deze werden opgenomen. Hierdoor is er geen mogelijkheid geboden om zienswijzen in te dienen. Een zienswijze kan namelijk in tegenstelling tot een beroep ook door personen of organisaties ingediend worden, ook wanneer ze niet direct belanghebbende zijn. Hierdoor zouden ook bewoners van Vlaardingen een zienswijze in kunnen dienen, iets wat in een eerder stadium wel mogelijk was. (2000 zienswijzen ingediend!) De vraag was dus of een zienswijzen procedure had gemoeten.

Het is de vraag of er echt een probleem m.b.t. de veiligheid in het Botlek gebied is en of dit door de Blankenburgtunnel opgelost kan worden. Dit zou namelijk de dwingende reden van groot openbaar belang zijn die nodig is om Natura 2000 gebieden te mogen aantasten. Rijkswaterstaat moest tijdens de zitting erkennen dat er op dit moment niet echt een veiligheidsprobleem speelt. Volgens RWS is de Blankenburgtunnel wel wenselijk, maar niet noodzakelijk wat betreft de veiligheid. Wanneer er werkelijk sprake is van een gevaarlijke situatie moeten de mensen binnenblijven en niet vluchten via de tunnel. De vraag is dus of er nog wel een dingende reden van openbaar belang is en of de aantasting van een Natura 2000-gebied in dit geval mag.

Er werd ook ingegaan op de vraag in hoeverre de compensatiemaatregelen voldoende zijn. Binnen deze maatregelen wordt niet elk aangetaste gebied afzonderlijk gecompenseerd. Nederland heeft ervoor gekozen om per afzonderlijk Natura 2000-gebied de doelstelling te concretiseren. Achteruitgang van de verschillende gebieden rond de Blankenburgverbinding is hierdoor eigenlijk niet toelaatbaar, zeker wanneer er ook nog sprake is van een doelstelling om de kwaliteit van het betreffende gebied te verbeteren. Door niet elk gebied afzonderlijk te compenseren wordt niet voldaan aan de doelstellingen en zouden de maatregelen van Rijkswaterstaat dus onvoldoende zijn.

De Staatsraden - wat de uitspraak betreft zijn er twee mogelijkheden:

  1. Er wordt uitspraak gedaan over alle beroepsgronden. Dus zowel tegen het originele tracébesluit als de aanvullende beroepsgronden tegen de wijzigingen van het tracébesluit.

  2. De Raad van State stelt vast dat ook het gewijzigde Tracébesluit nog samenhangt met de onderdelen van de Programmatische Aanpak Stikstof . Hierdoor kan er geen uitspraak gedaan worden totdat er helderheid is over de juridische houdbaarheid van de PAS. In dat geval moet eerst de uitspraak van het Europese hof van justitie afgewacht worden of de PAS voldoet aan de Europese richtlijnen.

 
Voor vragen of meer informatie
kunt u terecht bij Neill Voorburg – raadslid GroenLinks Vlaardingen

Al onze nieuwsberichten over de Blankenburgtunnel HIER.