Wethouder antwoordt op vragen UMTS-masten

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 
Aan: De heer J. Tsang - fractie GroenLinks

Betreft: UMTS-masten

Vlaardingen, juni 2006

 
Geachte heer Tsang,

Naar aanleiding van de door u op 14 mei 2006 gestelde vragen, inzake UMTS masten, deel ik u het volgende mede.

Inleiding
De gemeenten in Nederland hebben vanwege het in 2002 afgesloten Antenneconvenant weinig speelruimte meegekregen om GSM- en UMTS-masten te weren (met name als het gaat om de bouwvergunningvrije masten tot 5 meter). Alhoewel gebonden aan dit convenant hebben desondanks inmiddels verschillende gemeenten, vaak naar aanleiding van protesten vanuit de bevolking, bepaalde (vaak symbolische) maatregelen afgekondigd (geen bouwvergunningen en/of vrijstellingen meer verlenen, het weigeren van masten op gemeentelijke gebouwen, het convenant openbreken e.d.). Dit in afwachting van meer duidelijkheid over de mogelijke gezondheidsrisico’s van UMTS masten.

Ook in Vlaardingen heeft dit tot maatregelen geleid: in de gemeenteraad is in maart van dit jaar afgesproken om verzoeken om vrijstellingen van het bestemmingsplan aan te houden totdat er meer duidelijkheid zal komen te bestaan over het Zwitserse onderzoek. Alhoewel het hier gaat om slechts een klein percentage van alle verzoeken (d.w.z. het merendeel van de nog te plaatsen masten zijn kleiner dan 5 meter en dus vergunningvrij) dient hierbij wel te worden vermeld dat dit standpunt procedureel risico’s oplevert. Tot op heden heeft de rechter het voorzorgbeginsel (gezondheids risico) nog niet geaccepteerd als weigeringsgrond.

Actualiteit: resultaten Zwitserse onderzoek bekend geworden Op 6 juni 2006 zijn de resultaten van het Zwitserse onderzoek naar buiten gebracht. Uit dit onderzoek zou blijken dat er geen gezondheidsrisico’s te verwachten zijn vanwege UMTS masten.
In verband met het beschikbaar komen van deze nieuwe informatie zal ik dit onderwerp opnieuw ter sprake brengen in het college van b. en w. Bezien zal moeten worden of aanvullende maatregelen van de zijde van de gemeente nog noodzakelijk wordt geacht. Om tot een weloverwogen standpunt te kunnen komen is ook advies gevraagd van de GGD. Uiteraard zal in deze discussie ook de eerder aangenomen motie worden betrokken. Wel blijf ik van mening dat het hier primair een taak betreft van de rijksoverheid.

Planschade
Tenslotte wil ik nog kort in gaan op uw vraag m.b.t. de indiening van eventuele (plan)schade verzoeken. Verzoeken om planschade ex artikel 49 WRO zijn met name van toepassing bij vrijstellingsverzoeken van het bestemmingsplan / bestemmingsplanprocedures. Aangezien de gemeente heeft afgesproken tot nader order niet aan dergelijke vrijstellingsverzoeken mee te werken is de kans op de indiening van een planschadeverzoek gering. Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat in het aansprakelijkheidsrecht als algemeen uitgangspunt geldt dat de (juridische) verantwoordelijkheid voor het schadeveroorzakend feit primair is gelegen bij de onderneming die het gevaar in het leven roept.
Verder zal de vraag naar eventuele aansprakelijkheid van de overheid pas aan de orde zijn, indien de rechter tot de conclusie komt dat de overheid onrechtmatig heeft gehandeld. Dit is voor wat betreft de gemeentelijke overheid op dit moment niet te verwachten.
Ten slotte wil ik niet onvermeld laten dat behalve burgers uiteraard ook de providers schadeclaims bij de gemeente kunnen indienen. Deze kans wordt door mij groter ingeschat zeker nu het Zwitserse onderzoek heeft uitgewezen dat UMTS masten niet schadelijk zouden zijn voor de gezondheid.

Ik vertrouw erop u hiermede voorlopig voldoende te hebben geïnformeerd.

 
Met vriendelijke groet,

Hans Versluijs
Wethouder stadsontwikkeling c.s.