Leden van de gemeenteraad, in deze notitie vindt u informatie over uitlaatgassen en de gevolgen voor gezondheid en milieu.

Achtereenvolgens wordt aandacht geschonken aan:

1. De ongezondste lucht van Europa
2. Gevolgen voor de gezondheid

3. Langs drukke wegen wonen (A20,A4)
4. Samenstelling uitlaatgassen
5. Zeeschepen
6. Het verkeer wordt gezonder?
7. Literatuurverwijzing

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 


1. De ongezondste lucht van Europa

  • De meeste gezondheidsschade door verkeersuitlaatgassen in Nederland wordt veroorzaakt door de uitstoot van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM). Fijn stof bevat op zichzelf weer allerlei componenten zoals roet en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's).
  • Karel Knip in de NRC 18-06-2005: "... de strenge interpretatie ervan door de Raad van State. De onderliggende oorzaak is te vinden in de uitputtende epidemiologisch en toxicologische studies naar de invloed van fijn stof op de menselijke gezondheid. De overtuigingskracht van deze studies is zo groot geworden dat aan de normstelling niet viel te ontkomen. Het gaat hier niet om een uitwas van het 'voorzorgsprincipe' dat overheden toestaat maatregelen te treffen voor wetenschappelijke zekerheid ontstaat over de noodzaak daarvan. Integendeel het staat statistisch vast dat negeren van de stofnormen doden eist, de effecten van fijn stof doen in ernst niet onder voor die van verkeersongevallen, te veel eten en meeroken." (24)
  • Recente beelden van de satelliet Envisat tonen aan dat de concentratie van stikstofdioxide (NO2) in de lucht boven de Randstad en Zuid-Nederland behoort tot de hoogste in de wereld. Zwaarst getroffen gebieden in Europa zijn de Randstad, Vlaanderen, het Ruhrgebied en de Po-vlakte (1). De satellietbeelden geven ook een goed beeld van de concentraties NO2 en fijn stof op leefniveau.
  • Door de uitstoot van kleinere fijn stofdeeltjes (PM 2,5= kleiner dan 2,5 duizendste millimeter) leven volgens berekeningen van het Oostenrijkse instituut International Institute for Aplied Analysis Systems (IIASA) Nederlanders gemiddeld een jaar korter dan zonder die uitstoot (2). Bij deze berekeningen heeft IIASA alleen rekening gehouden met de uitstoot door menselijk handelen. Tevens heeft zij het ontstaan van fijne stofdeeltjes via een chemische reactie van andere luchtvervuilende stoffen in de lucht niet meegenomen. Het instituut spreekt dan ook van een onderschatting van de effecten. Van alle 25 landen van de Europese Unie scoort alleen België ongezonder dan Nederland. De belangrijkste bronnen zijn volgens het IIASA dieselverkeer, de industrie en openhaarden/allesbranders. De uitstoot van PM 2,5 in Nederland is voor minstens de helft toe te schrijven aan verkeer.
  • Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) sterven in Nederland jaarlijks 5000 mensen vroegtijdig door fijn stof en ozon (4). Dit zijn alleen de acute gevolgen, waarbij bijvoorbeeld na dagen met hogere niveaus luchtvervuiling er meer mensen sterven dan op andere dagen. Kijkend naar de lange termijn effecten, dan sterven volgens het RIVM mogelijk jaarlijks 10.000 tot 15.000 mensen vroegtijdig (5). Het aantal jaarlijkse spoedopnamen in ziekenhuizen in Nederland vanwege fijn stof en ozon bedraagt in Nederland 700 vanwege luchtwegklachten en 400 vanwege hart- en vaataandoeningen (6).
  • Het Nederlands verkeer is de belangrijkste oorzaak van de ongezonde lucht in Nederland. Bijna nergens ter wereld zijn er zoveel personen-, vracht-, en bestelauto's per vierkante kilometer. Nederland is niet alleen dichtbevolkt, maar loopt ook nog eens achter met investeringen in goed openbaar vervoer in en tussen steden. Nederland is ook een transportland met bijna de grootste haven van de wereld en de vierde luchthaven van Europa. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu behoren de Nederlandse concentraties luchtverontreiniging tot de hoogste van Europa door de hoge dichtheid van bevolking, transport en industrie (7).
  • De jaarlijkse maatschappelijke kosten van uitlaatgassen door verkeer (exclusief vliegverkeer en de zeescheepvaart) zijn volgens het onderzoeksbureau CE ongeveer vier miljard euro. Volgens het onderzoekbureau wordt driekwart veroorzaakt door personenauto's (30%), vrachtauto's (23%) en bestelauto's (22%) (8). De jaarlijkse maatschappelijke kosten van files zijn 1,7 miljard euro (9).

omhoog


2. Gevolgen voor de gezondheid

  • De GGD Rotterdam omschrijft in een recent rapport de gevolgen van fijn stof voor de gezondheid in de Rijnmond als volgt: `Naast vervroegde sterfte door kortdurende blootstelling (400-500 personen per jaar) en een toename van het aantal ziekenhuisopnames (150-350) is ook het voortijdig overlijden door langdurige blootstelling aan fijn stof berekend. Het gaat om enkele maanden tot twee jaar eerder overlijden door verergering van een bestaande long- of hartziekte. In Rijnmond betreft dit jaarlijks ongeveer 1200 - 1500 personen (10).
  • Tienduizenden mensen in Nederland hebben luchtwegklachten door de luchtvervuiling van verkeer. Gevoelige groepen zijn kinderen, ouderen en astmapatiënten.
  • De meeste gezondheidsproblemen door verkeersuitlaatgassen doen zich voor bij kinderen, ouderen en astmapatiënten.
  • Mensen die op of nabij drukke verkeerswegen werken (zoals buschauffeurs, verkeersagenten, wegwerkers, taxichauffeurs) lijken ten opzichte van andere mensen meer longkanker, luchtwegsymptomen en een verminderde longfunctie te krijgen (14).
  • In Nederland hebben twee grote onderzoeken plaatsgevonden naar de gezondheidsproblemen voor kinderen als gevolg van het wonen en/of naar school gaan langs de snelwegen. De conclusie van deze onderzoeken was dat 40% van deze kinderen als gevolg van de luchtverontreiniging vaker last van de luchtwegen en van allergie hebben (15). Ook is vastgesteld dat kinderen die opgroeien in verkeersgerelateerde luchtverontreiniging een vijf keer grotere kans hebben om zwakke longen te ontwikkelen dan kinderen in minder vervuilde gebieden. Mensen met zwakke longen hebben gedurende hun levensloop meer gezondheidsproblemen en sterven gemiddeld eerder (16).
  • Fijn stof met een'hoog radicaal generend vermogen' beschadigen in de longen de celwanden en veroorzaken ontstekingen. Het effect was in een recent onderzoek van prof. Dr. C.P van Schayck duidelijk merkbaar in de lonmgfunctie bij de 131 kinderen die hun hele leven waren blootgesteld aan de zeer agressieve stofdeeltjes. De relatie tussen FEF50% (forced expiraty flow50%, de snelheid van de uitademingslucht als de longen half leeg zijn) en de kleinste schadelijke stofdeeltjes was bij hen zes keer zo sterk als bij andere kinderen. Vooral de erg fijne deeltjes leveren gevaar op., want die komen veel dieper, in de allerkleinste vertakkingen van de bronchioli (22).
  • Geen gezondheidskundige norm (23). Fijn stof deeltjes kunnen diverse gezondheidseffecten veroorzaken waaronder vermindering van de longfunctie, verergering van astma (vooral bij kinderen), lagere luchtwegklachten (hoesten door irritatie van de luchtwegen) en klachten gerelateerd aan hart- en vaatziekten (vaatvernauwing, verhoogde bloedstolling en verhoogde hartslag). Deze effecten kunnen leiden tot ziekenhuisopnamen en vroegtijdige sterfte, met name aan longziekten en hart- en vaatziekten. Voor fijn stof bestaat geen gezondheidskundige grenswaarde waaronder geen gezondheidsschade optreedt. Ook bij lage blootstelling kan dus gezondheidsschade ontstaan. De WHO heeft om deze reden geen norm voor fijn stof bepaald.
  • Grootte en samenstelling van de stofdeeltjes (23). De mate waarin stofdeeltjes kunnen doordringen in longen en luchtwegen is afhankelijk van de grootte van de deeltjes. Het grovere deel van het PM10 stof (dat is het stof met een diameter tussen de 2,5 en 10 µm) bereikt het bovenste deel van de longen. De fijnere deeltjes, gekarakteriseerd als PM2,5 of PM1 dringen dieper in de longen door tot in de longblaasjes. Sinds enkele jaren is er ook aandacht voor zogenaamde ultrafijne deeltjes met een diameter kleiner dan 0,1 µm. Deze deeltjes kunnen tot in de bloedbaan doordringen en daar effecten uitoefenen op de bloedklontering.
  • Ook de samenstelling van de stofdeeltjes kan sterk variëren en is van belang bij het veroorzaken van gezondheidseffecten. In de praktijk wordt vaak onderscheid gemaakt tussen de grove fractie van PM10 (>2,5 µm) en de fijne fractie <2,5 µm (PM2,5). De grove fractie van PM10 bestaat vooral uit deeltjes die het gevolg zijn van mechanische processen en opwaaiend bodemstof. De fijne fractie (PM2,5) bestaat vooral uit deeltjes die het gevolg zijn van verbrandingsprocessen, waaronder dieselroet. Ook bevat deze fractie zogenaamde secundaire aerosolen; deeltjes die in de lucht zijn gevormd. Er zijn sterke aanwijzingen dat de fijne fractie, gedefinieerd als PM2,5 schadelijker zou zijn dan de grove fractie, hoewel de grove fractie ook niet geheel onschadelijk is.
  • Effecten na kortdurende blootstelling (23) Effecten op de gezondheid kunnen optreden tijdens of kort nadat iemand is blootgesteld aan hoge concentraties fijn stof. Het gaat hierbij om afname van longfunctie, toename van luchtwegklachten zoals piepen, hoesten en kortademigheid, verergering van astma en verergering van klachten bij longziekten en bij hart- en vaatziekten. Deze symptomen leiden tot een toename in medicijngebruik en ziekenhuisopnames van mensen met een hart- of longziekte. Bij de meeste personen verdwijnen de klachten zodra de luchtverontreiniging afneemt en keert de normale toestand terug. Dit is niet altijd het geval. De verergering van klachten kan ook zo ernstig zijn dat mensen hierdoor overlijden. Voor dit effect wordt de term 'vroegtijdige sterfte' gebruikt, omdat het gaat om het eerder sterven dan het geval zou zijn geweest wanneer er geen kortdurende hoge blootstelling was opgetreden. Vervroegd overlijden komt vrijwel niet voor bij gezonde mensen, maar meestal bij (oudere) mensen die al verzwakt zijn door een hart- of longziekte. Zij overlijden enkele weken tot maanden eerder dan wanneer zij niet waren blootgesteld aan verhoogde concentraties fijn stof. Uit tientallen onderzoeken gedurende de afgelopen decennia is een duidelijk verband aangetoond tussen dagelijkse variatie in luchtverontreiniging en dagelijkse variatie in sterfte.
  • Effecten na langdurige blootstelling (23). In tegenstelling tot studies naar kortdurende blootstelling aan luchtverontreiniging en dagelijkse sterfte vergen studies naar sterfte als gevolg van langdurige blootstelling aan fijn stof een follow-up periode van enkele tientallen jaren. Daarom zijn er pas sinds de jaren negentig de eerste onderzoeksresultaten bekend van deze zogenaamde cohort studies en zijn de bewijzen voor beïnvloeding van de levensduur niet zo talrijk als die voor vervroegde sterfte als gevolg van kortdurende blootstelling aan luchtverontreiniging.

omhoog


3. Langs drukke wegen wonen (A20,A4)

  • Langdurig binnen honderd meter van een snelweg (of vijftig meter van een drukke provinciale weg) wonen geeft een twee keer zo grote kans op sterfte door hart- en luchtwegaandoeningen (11). Mensen die langdurig zijn blootgesteld aan verhoogde concentraties luchtverontreiniging leven gemiddeld enkele maanden tot maximaal twee jaar korter dan het geval zou zijn bij een `normale' blootstelling.
  • De GGD Rotterdam heeft berekend dat het wonen dichtbij de snelweg A13- Overschie gelijk staat aan het meeroken van zeventien sigaretten per dag (12). Wonen dicht de snelweg staat hiermee gelijk aan het samenleven met iemand die binnenshuis rookt.
  • Er wonen volgens het RIVM in Nederland 230.000 mensen binnen honderd meter van een snelweg of drukke provinciale weg (13). Het gaat om honderdduizend huizen.
  • Het schokkende cijfer van 18.000 voortijdige sterfgevallen is afkomstig uit de gezaghebbende Milieubalans 2004 (gepubliceerd in mei 2005) van het Milieu- en Natuur Planbureau, de hoogste milieurekenmeesters van Nederland, ambtenaren, volstrekt onomstreden (25).

omhoog

4. Samenstelling uitlaatgassen

  • Fijn stof is er in verschillende groottes. Allereerst is er het PM 10, deeltjes van tienduizendste millimeter doorsnede. Deeltjes tussen PM 2,5 en PM 10 kunnen doordringen tot de luchtwegen en longen. Onder deze stofdeeltjes vallen ook bijvoorbeeld zeezout (dat absoluut niet ongezond is) en opwaaiend bodemstof. PM 2,5 deeltjes zijn daarentegen vooral deeltjes die afkomstig zijn van verbrandingsprocessen. Deze dringen dieper tot de luchtwegen en longen door. Tot slot zijn er ook ultrafijne deeltjes. Deze deeltjes (PM 0,1) hebben een diameter van hooguit een-tienduizendste millimeter). Het verkeer is een intensieve bron van deze deeltjes. Ze worden behalve met luchtwegproblemen, ook in verband gebracht met hartklachten (door bloedklontering) (17).
  • Volgens een rapport uit augustus 2004 van de Gezondheidsraad kampen verscheidene honderdduizenden mensen in Nederland met ernstige slaapverstoring door verkeerslawaai. Wegverkeer spant hierbij de kroon, gevolgd door vliegverkeer en railverkeer. Naast slaapverstoring, leidt blootstelling aan lawaai tot een verhoogde kans op een hoge bloeddruk en hartklachten.
  • Nederland ligt in de knoop met tenminste vijf richtlijnen van de Europese Unie die te maken hebben met luchtkwaliteit en verkeer. Het is erg onzeker of Nederland de eisen,meestal voor 2010, haalt. Het gaat om richtlijnen voor: de totale uitstoot van stikstofoxiden (NOx) op Nederlands grondgebied; introductie zwavelarme brandstof; de totale uitstoot van vluchtige organische stoffen; de Europese richtlijn voor fijn stofconcentraties in de lucht; de Europese richtlijn voor NO2-concentraties in de lucht.

omhoog

5. Zeeschepen

Per tonkilometer stoot een zeeschip inmiddels meer ongezonde lucht uit dan een vrachtauto (18). Hierbij dient dan wel opgemerkt te worden dat de uitstoot van zeeschepen vooral bijdraagt aan de achtergrondconcentratie van vieze lucht die we inademen en de zee vervuilt, terwijl de vrachtauto de vuile lucht directer bij mensen in de longen brengt. De zeescheepvaart scoort iets beter dan de vrachtauto op de factor broeikaseffect, ondanks de hogere niet-CO2 broeikasemissies bij zeeschepen.

omhoog


6. Het verkeer wordt gezonder?

De uitstoot van stikstofoxiden (NOX) binnen Nederland wordt voor tweederde verklaard door verkeer (19). Binnen verkeer zijn de belangrijkste bronnen: vrachtauto's (28%); personenauto's (26%); de binnenvaart (13%); bestelauto's (8%) (20). Door een schoner wordend wagenpark is,tegen de verdrukking van het toenemende verkeer in, de uitstoot van NOx door Nederlands wegverkeer de afgelopen tien jaren met 30% afgenomen. Dit effect kan voor een groot deel worden toegeschreven aan benzineauto's.

Diesels worden ook wel schoner, maar het is niet duidelijk of de uitstoot van PM 2,5 gedaald is de afgelopen jaren (daar zijn geen onderzoeken van bekend). Het dieselpark is de afgelopen jaren sterk gegroeid,in 1993 was de emissie van Co2 (het belangrijkste broeikasgas) 10146 miljoen kg en in 2002 15294 miljoen kg.
Een toename van 51% CO2-uitstoot (21).

omhoog


7. Literatuur

  1. Zie www.esa.int/esaCP/SEMHJNZ990E_Netherlands_0.html. Envisat is de satelliet van de European Space Agency. De Universiteit van Heidelberg is verantwoordelijk voor het, op basis van de satellietbeelden, maken van de overzichtskaart. De kaart werd oktober 2004 bekend gemaakt.
  2. International Institute for Applied Systems Analysis (IIASA), final report `Baseline Scenarios for the Clean Air for Europe (CAFE) Programme', October 2004.
  3. Ministerie VROM, rapport `emissieplafonds verzuring en grootschalige luchtverontreiniging', eind 2002.
  4. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Natuur- en Milieucompendium 2004, zoals gezien op http://www.rivm.nl/milieuennatuurcompendium/nl/i-nl-0340-05.html.
  5. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, factsheet `ongezonde lucht langs verkeerswegen', mei 2003.
  6. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Natuur- en Milieucompendium 2004, zoals gezien op http://www.rivm.nl/milieuennatuurcompendium/nl/i-nl-0340-05.html.
  7. Milieu- en natuurplanbureau van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, rapport 'beoordeling van het Nationaal Luchtkwaliteitsplan', februari 2005.
  8. Onderzoeksbureau CE, rapport ` de prijs van een reis', september 2004.
  9. Nota Mobiliteit, pagina 34, september 2004.
  10. GGD Rotterdam en omstreken, rapport `Baten van schonere lucht in Rijnmond', februari 2005.
  11. Universiteit Utrecht, Universiteit Maastricht, RIVM en TNO Zeist, in: The Lancet, 19 oktober 2002.
  12. GGD Rotterdam, rapport `Stad en Milieu Overschie, Luchtkwaliteit en Gezondheid', juni 1999.
  13. Trouw, artikel `wonen bij snelweg ongezond', 8 juli 2003. Berekening van RIVM.
  14. ArenA, artikel `Verkeersgerelateerde luchtverontreiniging en gezondheid' door prof. dr. ir. Bert Brunekreef van de Universiteit Utrecht, februari 2005.
  15. Institute for Risk Assessment Sciences, University of Utrecht; National Institute for Public Health and the Environment, `The Relationship between Air Pollution from Heavy Traffic en Allergic Sensitization, Bronchial Hyperresponsiveness, and Respiratory Symptoms in Dutch Schoolchildren, gepubliceerd in Environmental Health Perspectives, september 2003.
  16. Onderzoek van de University of South California, gepubliceerd in: New England Journal of Medicine, `The Effect of Air Pollution on Lung Development from 10 to 18 years of Age', Volume 351: 1057-1067, number 11, 9 september 2004.
  17. ArenA, artikel `Verkeersgerelateerde luchtverontreiniging en gezondheid' door prof. dr. ir. Bert Brunekreef van de Universiteit Utrecht, februari 2005.
  18. The European Environmental Bureau (EEB), The European Federation for Transport and Environment (T&E), Seas At Risk (SAR), The Swedish NGO Secretariat on Acid Rain, briefing document `Air pollution from ships', November 2004.
  19. Ministerie VROM, `Nationaal Luchtkwaliteitsplan 2004', februari 2005.
  20. RIVM, rapport `optiedocument verkeersemissies', cijfers over 2000, pagina 241, 2004.
  21. CBS Statline, zoals gezien op 16 april 2004.
  22. Journal of Toxiology and Environmental Health, Prof. Dr. C.P. van Schayck. Verschijnt binnenkort.
  23. Informatieblad luchtkwaliteit en gezondheid- LCM - 19 mei 2005-06-30.
  24. Fijn venijn, Karel Knip NRC 18-06-2005, Wetenschap en onderwijs.
  25. Zie www.milieubalans.nl.

 

GroenLinks Vlaardingen
Juni 2005

omhoog