Lenie Bosselaar, jarenlang actief PSP-er, feministe en actievoerster, is vrijdag 16 juli overleden. Donderdag 22 juli werd er door familie, vrienden en bekenden afscheid van haar genomen op begraafplaats Holy. Arnold van Kalken sprak een afscheidswoord.
ER IS EEN LAND WAAR VROUWEN WILLEN WONEN
Soms leek het er op dat Lenie daar al woonde
- Haar manier van leven, praten, zijn
Soms ook helemaal niet: dan liep ze voorop in de vrouwenbeweging
- zeker als het ging om zelfbeschikkingsrecht voor vrouwen
Het was dus niet zo verwonderlijk dat ze als een van de eersten (in Vlaardingen) lid werd van de PSP.
Het bijzondere van Lenie was eigenlijk:
Voor haar was het actievoeren geen theoretisch model
ze be-leefde het van binnenuit.
Niet lullen maar poetsen: kan dat voor feministes?
Ze was niet bezig met hoogdravende discussies,
geen diepgravende conclusies
Ze was ervaringsdeskundige.
Ze hoefde daar als het ware niet over na te denken. Ze liep eigenlijk al voorop in de demonstratie voordat het een demonstratie werd. ‘Gewoon’ omdat het moet. Niet te snel je neerleggen bij de feiten.
Ze was denk ik al Dolle Lenie nog vóór Mina werd bedacht. Dolle Mina was een feministische groep en beweging, die in de jaren 70 actie voerde voor gelijkberechtiging tussen man en vrouw. Lenie deed dat in de praktijk. Ze bleef ‘Bosselaar’, liefhebbende echtgenoot van Jan Mastwijk.
75 jaar actievoerster: zonder lintje.
75 jaar van de 76: misschien nog niet in de wieg? Zeker niet de laatste maanden. Toen leek ze soms ver weg.
Maar verder: Aktie!
Dat heeft Jan geweten. Dat hebben jullie, haar kinderen geweten.
Daar hebben de kleinkinderen ook van genoten.
Het nu volgende gedicht is ontstaan in de geest van een zuidafrikaanse dichteres (Amanda Strijdom)
Ik ben al lang geëmigreerd naar een kamer in mijn kop.
Van daaruit kijk ik de wereld rond en let goed op.
Het is mijn schuilplaats, voor de storm,voor onrust en verraad
hier borrelen mijn plannen op; die kamer is de maat.
Ik leg er alle bagage af, de afleiding en het ongerief.
Dan mediteer ik de wijde ruimte in en krijg weer lief.
Steeds meer naar binnen ga ik, tot het tijd is om te gaan.
Dan ben ik weg. Niet echt natuurlijk, in wezen blijf ik bestaan.
In jouw gedachten, in de ruimte: het houdt niet op.
Even knijpen in je arm, geef me ruimte in je kop.