Het ruim een maand geleden kappen van bomen ter hoogte van het volkstuincomplex langs de A20, in opdracht van Rijkswaterstaat (RWS), was onterecht. Dit bleek na uitgebreid onderzoek van de gemeente. Ook een achttal bomen langs de A4 zijn onterecht gekapt. RWS neemt haar verantwoordelijkheid en zal spoedig een herplantplan voorleggen aan de gemeente voor de strook langs de A20. De acht bomen langs de A4 zullen worden gecompenseerd in het komende herinrichtingsplan voor dat gebied.
Zo blijkt uit het antwoord (zie onderstaand de gehele brief) dat GroenLinks fractielid Hermine Koning kreeg op vragen die zij 14 mei jl. stelde.
Dat de gemeente geheel ‘not amused’ was blijkt ook uit de brief die zij RWS na de gedane toezeggingen nog stuurde, waarover zij zeggen: “Wij hebben ook nadrukkelijk aangekondigd dat wij bij een volgende situatie de mogelijkheden van het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium van bijvoorbeeld een last onder dwangsom of preventieve dwangsom willen toepassen.” GroenLinks is tevreden met dit stevig optreden!
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Afdelingsondersteuning Openbare Werken
Aan: Mevrouw H. Koning
Datum: 03 juni2013
Betreft: Beantwoording vragen ex art 36 RvO bomenkap A20
Geachte mevrouw Koning,
Bij brief van 13 mei 2013 heeft u vragen gesteld ex. artikel 36 RvO over bomenkap langs Rijksweg A20.
In deze brief willen wij u antwoord geven.
Vraag 1.
Bent u het met GroenLinks eens dat een groene omgeving van het grootste belang is voor de stad en dat aantasting van het groen vermeden dient te worden?
Antwoord 1.
Ja.
Vraag 2.
Bent u het met ons eens dat het onwenselijk en onaanvaardbaar is dat de volkstuinders en de scouting nu blootgesteld zijn aan overlast door luchtvervuiling en lawaai?
Antwoord 2.
Overlast door luchtvervuiling en lawaai achten wij in het algemeen onwenselijk en dient waar mogelijk te worden tegengegaan of beperkt. In hoeverre de thans ontstane situatie effecten heeft voor het volkstuincomplex is moeilijk te bepalen. In Nederlandse rekenmodellen bij de berekening van omgevingsgeluid tengevolge van verkeer wordt vegetatie in de regel niet meegenomen. Of de verdwenen vegetatie direct effecten heeft op de luchtvervuiling nabij de rijksweg is thans niet helder te bepalen. Niettemin is door de kap het groene karakter in ieder geval visueel aangetast.
Vraag 3.
Was u door Rijkswaterstaat (RWS) op de hoogte gesteld van de bomenkap op het genoemde stuk? Zo ja, heeft u daarvoor dan een vergunning afgegeven? En op welke gronden. Zo nee, hoe kan dan de bomenkap zonder vergunning hebben plaatsgevonden?
Antwoord 3.
Begin april 2013 vroegen diverse burgers of er een vergunning was verleend voor het kappen van bomen in het beheergebied van RWS. Het antwoord was dat er wel een kapvergunning was verleend voor het verwijderen van bomen en bosplantsoen langs de A4 en A20 ten behoeve van de bouw van geluidsschermen. Er was echter geen kapvergunning verleend voor een groenstrook gelegen tussen (enerzijds) de scouting en het volkstuincomplex in de Broekpolder en (anderzijds) de noordelijke rijbaan van de A20. Ook was er geen kapvergunning verleend voor het verwijderen van een groep bomen in de groenstrook tussen de A20 en de afrit Vlaardingen-West, komende vanuit Maassluis. Direct na de meldingen van de burgers is er contact gezocht met RWS om hier helderheid over te krijgen.
Uit telefonisch en e-mailcontact bleek het volgende.
In het kader van regulier onderhoud had een aannemer die in opdracht van RWS werkt dit uitgevoerd. Het zou gaan om 'noodkap'. Om dit verder helder te krijgen is eind april 2013 een gesprek gevoerd met RWS.
In dit gesprek bleek dat RWS werkt met aannemers in het groenonderhoud langs rijkswegen die in grote mate zelfstandig werken. Deze aannemers moeten zelf bomen (laten) controleren en zonodig een kapvergunning aanvragen. Alleen in geval van noodsituaties waarbij sprake is van acuut dreigend gevaar mag en moet zelfs direct worden gekapt en moet dit achteraf worden gemeld. Dan moet echter wel duidelijk worden gemaakt dat er echt van zo'n situatie sprake was.
De stelling dat er in dit geval sprake was van een noodkap kon niet worden onderbouwd. De beschikbare rapportage van de aannemer was daarvoor te summier.
Door RWS is aangegeven dat het hier een fout betreft van de aannemer die niet aan zijn besteksverplichtingen heeft voldaan. Er had een omgevingsvergunning voor het vellen van bomen moeten worden aangevraagd wat niet heeft plaatsgevonden. RWS heeft de aannemer hierop aangesproken. Er is door de gemeente Vlaardingen op gewezen dat RWS te allen tijden verantwoordelijk is voor de uitvoering van werkzaamheden die op haar grondgebied plaatsvinden en de verplichting heeft erop toe te zien dat de aannemer niet in strijd handelt met de regelgeving.
Rijkswaterstaat is in dit geval ook het aanspreekpunt voor de gemeente Vlaardingen.
Er is aangegeven dat het proces in het vervolg op de juiste wijze plaatsvindt en een omgevingsvergunning voor het kappen van bomen wordt aangevraagd. RWS heeft aangegeven voor de gekapte bomen een herplantplan maken en dit voor te leggen aan de gemeente Vlaardingen.
In deze periode bleek ook dat er langs de A4 tussen de afrit Vlaardingen-Oost en de spoorlijn een aantal bomen en uitgegroeid bosplantsoen was gekapt. Hiervoor was wel een kapvergunning verleend maar ten tijde van de kapwerkzaamheden liep er nog een bezwaarprocedure (waardoor nog niet mocht worden gekapt). Inmiddels is die procedure afgerond en mag met de kapvergunning worden gekapt.
Echter, het bleek dat er ook 8 bomen waren gekapt waarbij eerst had moeten worden onderzocht of deze in de nabijheid hadden kunnen worden herplant. Afgesproken is dat in het herinrichtingsplan dat toch al zou worden gemaakt deze 8 bomen zullen worden gecompenseerd.
Gelet op het bovenstaande hebben wij een brief naar RWS gezonden waarin wij onze zorgen en ongenoegen over hetgeen is gebeurd kenbaar maken. Een mooie en goede groene omgeving is zeer belangrijk voor onze gemeente en ieder die daarin bezig is behoort daar zorgvuldig mee om te gaan. Dit mogen wij ook minimaal verwachten van een uitvoeringsorgaan van een mede-overheid. Wij hebben ook nadrukkelijk aangekondigd dat wij bij een volgende situatie de mogelijkheden van het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium van bijvoorbeeld een last onder dwangsom of preventieve dwangsom willen toepassen.
Vraag 4.
Heeft u hierover al contact gehad met RWS? Kan RWS een bevredigende verklaring geven voor de bomenkap, juist op dit toch al gevoelige tracé?
Antwoord 4.
Zie antwoord op vraag 3.
Vraag 5.
Bent u met ons van mening dat RWS op zo kort mogelijke termijn deze ongewenste situatie moet herstellen? Hoe zet u hierop in als college?
Antwoord 5.
Zie antwoord op vraag 3.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Vlaardingen,
De secretaris, de burgemeester,
Ir. C. Kruyt mr. T.P.J. Bruinsma