Onder andere is afgesproken dat de afname van biodiversiteit een halt moet worden toegeroepen en dat deze weer moet toenemen. Daarbovenop is afgesproken dat 30 procent van al het land en water ter wereld beschermd natuurgebied moet worden.

Wat betekent dit voor Vlaardingen en kunnen wij hier een bijdrage aan leveren?

[Beluister ook het interview hierover met Neill van wo. 4 jan. jl. bij Omroep Wetering]

Het behalen van deze doelen gaat nog een hele kluif worden, met name in een land met zo weinig natuur als Nederland. Daarom moeten we ook de potentie zien van natuur in akkers, waterpartijen, grasland, steden en woonwijken. En laat Vlaardingen juist dáár een unieke ligging voor hebben.

Verwilder het buitengebied
De op de biodiversiteits-top gesloten overeenkomst stelt dat "de overvloed aan inheemse wilde soorten wordt verhoogd tot gezonde en veerkrachtige niveaus".
Één van de manieren om dit voor elkaar te krijgen is het zogenaamde “re-wilding”, oftewel ‘verwildering’ van groengebieden. Verwilderen gaat er namelijk vanuit dat door het geven van ruimte aan natuur en natuurlijke processen, ecosystemen zich weer kunnen herstellen. Dankzij de nadruk op het grootschalige herstel van ecosystemen, kan deze op het punt komen dat de natuur weer voor zichzelf kan zorgen. Dit onderscheidt het van traditioneel natuurbehoud, dat zich vaak richt op de bescherming van een enkele soort of type leefgebied.

Bossen, graslanden, water, natuurlijke begrazing, predatie, overstromingen, leven, dood, verval, opruiming. Allemaal natuurlijke elementen en processen die elkaar nodig hebben en versterken. Door deze processen te omarmen en hun gang te laten gaan zal een breed scala aan onderling verbonden planten en dieren gedijen en kunnen gebieden getransformeerd worden in werkelijk functionerende ecosystemen.
Dit begint in eerste instantie met een gezonde bodem waarop vaak veelvoorkomende soorten ongewervelde dieren, kleine zoogdieren en planten leven. Uiteindelijk zorgt dit voor het herstel van de fundamentele bouwstenen van een ecosysteem.
Dit leidt op zijn beurt tot de ruimte voor de introductie, terugkeer en het herstel van ‘grotere’ soorten, zoals grazers en predatoren. Om dit voor elkaar te krijgen moeten natuurgebieden met elkaar verbonden worden en soorten die ontbreken in het ecosysteem worden geherintroduceerd.

Vlaardingen heeft wat dit betreft unieke mogelijkheden: we hebben namelijk het geluk dat we omringd worden door bestaande natuurgebieden zoals de Broekpolder, Vlietlanden en Rietputten. Gebieden die er werkelijk om schreeuwen om beter met elkaar verbonden te worden. Wanneer we de durf hebben om de principes van verwildering toe te passen kunnen deze gebieden weer uitgroeien tot een vorm van oernatuur die verloren is gegaan.

Tekst gaat door onder de afbeelding

Vlaardingen - De broekpolder - De Rietputten - De Vlietlanden

In de Broekpolder is ongeveer tien jaar geleden voorzichtig begonnen met een soort verwildering. Dankzij het aanleggen van natuurlijke waterpartijen en de introductie van grote grazers is de zogenaamde ‘Ruigte’ ontstaan. De komende jaren zal een volgend stuk van de Broekpolder worden omgevormd. Het is hierbij van het grootste belang dat dit gebied eindelijk echt gaat aansluiten op zowel omliggende groengebieden als andere gebieden binnen de Broekpolder zelf, zoals de Ruigte. Wanneer verwildering aan de basis staat kan hier een gezond en veerkrachtig natuurgebied ontstaan die talloze voordelen biedt voor dieren in het wild, het klimaat en mensen.

Verwilder de stad
Vlaardingen heeft de afgelopen paar jaar enthousiast werk gemaakt van het vervangen van stenen door perkjes, geveltuintjes en minibossen. Ook voor de komende jaren zijn er grote ambities om de stad te verder te vergroenen. Absoluut een positieve ontwikkeling. Een ontwikkeling die ervan getuigt dat men er steeds meer van doordrongen raakt dat een groene leefomgeving ontzettend belangrijk is.
Maar om écht recht te doen aan de gemaakte internationale afspraken en de afname van biodiversiteit niet alleen een halt toe te roepen, maar juist weer te laten toenemen, moet deze doelstelling ingebakken raken. Het verbeteren van de natuur moet een soort ‘tweede natuur’ worden, vanuit een langetermijnvisie direct aan de slag, met letterlijk de voeten in de aarde.
Ook in de stad is verwildering namelijk mogelijk. We kunnen in onze openbare ruimte meer verscheidenheid aan soorten aanplanten, op verschillende hoogtes. We kunnen ecologisch beheer en maaibeleid toepassen. We kunnen boomspiegels laten begroeien en bladeren zoveel mogelijk laten liggen. Vlaardingen is zoals eerder genoemd omringd door groene gebieden, we kunnen hierdoor de stad nog veel meer gebruiken als verbinding tussen deze gebieden en zo de natuur meer de stad in laten. Vogels, insecten en kleine zoogdieren zullen ons dankbaar zijn.

Laten we ons bij elke ingreep afvragen wat de gevolgen zijn voor de biodiversiteit en hoe we er voor kunnen zorgen dat deze beter wordt dan voor de ingreep. Dit biedt namelijk veel kansen binnen onze bouwopgaven, infrastructuur en onderhoud. Zo zou alles dat we bouwen natuurinclusief moeten zijn. Wanneer we dit doen kunnen we dankzij onze grote woningbouwopgave namelijk fors veel groen toevoegen aan Vlaardingen en komt de 3-30-300 vuistregel binnen handbereik. Vooral in de stad zelf is samenwerking mét de natuur zo belangrijk. De in januari startende stadsecoloog zou hier een positieve bijdrage aan kunnen leveren.

Verwilder het grasland
Grote delen van Vlaardingen worden omringd door uitgestrekte stukken weidegrond. Hierop groeit veelal (raai)gras. Sommige vogels zoals ganzen en enkele weidevogels hebben het hier erg naar hun zin. Ganzen eten in grote getallen hun buikjes vol aan het eiwitrijke gras en zorgen hiermee onbedoeld voor ‘overlast’ voor de eigenaren van het grasland. Momenteel is het zo dat een groot deel van dit gebied bestemd is voor veeteelt en dus als zodanig gericht is op koeien. De ecologische waarde en daarmee de biodiversiteit van deze grasvelden is mede hierdoor helaas relatief laag. Van een zichzelf in stand houdend ecosysteem is geen sprake. Zo worden er jaarlijks duizenden verschillende dieren afgeschoten, van de eerdergenoemde ganzen tot predatoren als vossen, zogenaamd omdat er anders geen ‘balans’ is of om schade tegen te gaan.

Misschien is het tijd om ons af te vragen of het op deze wijze in stand houden van deze gebieden overal noodzakelijk en toekomstbestendig is. Zonder af te doen aan het open karakter van een grasland kan er namelijk middels verwildering een veel natuurlijker ecosysteem ontstaan. Een grotere verscheidenheid aan dieren en planten zal dit gebied dan als hun thuis gaan zien. Hierdoor kan het gebied ook beter als verbinding dienen tussen verschillende eerder genoemde groengebieden. Zo ontstaat een meer aaneengesloten geheel met daarin een grotere diversiteit aan landschappen, dieren en planten.

Langs de randen van de aan het grasland grenzende woonwijken kunnen we het groen meer de stad in laten. De begroeiing vanuit de wijk kan overgaan in die van het buitengebied, zodat ook hier een verbinding tussen stad en natuur ontstaat. Daarnaast zouden we vernieuwende projecten zoals natuurinclusieve en regeneratieve landbouw en moestuinen een plek moeten bieden. Hierdoor kunnen delen van de monocultuur die het grasland nu is uitgroeien tot een veel diverser gebied waar verschillende gewassen, kruiden en andere planten groeien. De biodiversiteit zal hierdoor explosief toenemen en de noodzaak tot regulering zal afnemen. Hierover zou de gemeente Vlaardingen samen met de gemeente Midden-Delfland, de Provinciale Staten, verschillende natuurorganisaties en landbouworganisaties in gesprek kunnen treden.

Verwilder het stadhuis
Jullie zullen het misschien niet geloven, maar bovenstaand is uiteindelijk een redelijk beknopte beschrijving van hetgeen er allemaal mogelijk en noodzakelijk is, willen we daadwerkelijk recht doen aan de gemaakte afspraken op de biodiversiteits-top.
Om ervoor te zorgen dat het niet blijft bij bescherming op papier, pleit ik daarom ook voor verwildering op het stadhuis. Het is de hoogste tijd om definitief afscheid te nemen van het conservatieve denken over groen vanuit zichtlijnen, onderhoud en netheid.
Wanneer we meer natuur toestaan in en om onze stad is dat niet alleen goed voor planten en dieren maar uiteindelijk ook voor onszelf.
Laten we vaker naar buiten gaan, om daar te ervaren dat er juist schoonheid zit in een veelheid aan verschillende kleuren, geuren en geluiden.
Het is tijd om onze innerlijke ‘wilde’ weer wat vaker te omarmen.